GEBRUIKSAANWIJZING PCE-PH22
5 Kalibratie
De pH-meter wordt altijd met een fabriekskalibratie geleverd. Om een hoge nauwkeurigheid te
kunnen garanderen raden wij aan de meter regelmatig te herkalibreren. De ideale
omgevingstemperatuur ligt tussen de 15 °C en 35 °C.
Vul de meetcontainer met de kalibratievloeistof. Schakel het apparaat in met behulp van de Power
toets. Druk vervolgens op de Hold toets, op het display verschijnt „Hold". Aansluitend drukt u op ▼.
Op het display begint CAL te knipperen. Daarna wordt „7,00 pH" weergegeven, terwijl links onderin
„CAL" wordt weergegeven. Met de▼ toets kunt u nu selecteren welke waarde gekalibreerd moet
worden: pH4, pH7 of pH10. Begin altijd met pH 7. Druk op „Clr", indien u de kalibratie terug wilt
zetten op de fabrieksinstellingen. Nadat u de gewenste vloeistof heeft geselecteerd dompelt u de
elektrode in de vloeistof en druk op de Hold toets. De kalibratie wordt nu automatisch doorgevoerd.
Bij een succesvolle kalibratie verschijnt op het display „End". Wordt „Err" weergegeven op het
display, dan is de kalibratie niet succesvol doorgevoerd en wordt deze niet opgeslagen. Controleer in
dit geval of de juiste vloeistof gebruikt is. Voer indien mogelijk een tweepunts-kalibratie uit, bijv. pH
7 en pH 4, voor een zo hoog mogelijke nauwkeurigheid. Begin altijd met pH 7, en daarna pH 4 of pH
10.
Opmerking: Reinig de elektrode met gedistilleerd water, voor het wisselen van de kalibratievloeistof!
7