WERKING
De volgende paragrafen beschrijven de werking van de
belangrijkste bestanddelen van het toestel.
CYCLUS KOFFIEGROEP MET VASTE
KAMER
Telkens nadat het toestel aangezet werd voert de kof-
fiegroep een volledige rotatie uit, voordat hij de normale
cyclus uitvoert, om te garanderen dat de inrichting in de
beginstand geplaatst wordt.
Als een selectie met koffiebonen gekozen wordt:
- voor de modellen zonder volumedoseerapparaat:
de koffiemolen werkt totdat de koffiedosis bereikt wordt.
- voor de modellen met volumedoseerapparaat:
wanneer het doseerapparaat vol is, wordt de dosis
gemalen koffie gelost in de koffiegroep.
De koffie valt in de koffiezetkamer die verticaal staat.
De greep van de reductiemotor, die op de schijf op de
buitenzijde van de groep aangesloten is, draait 180°
rond zodat de koffiezetkamer oscilleert en de bovenste
zuiger daalt.
Fig. 16 Afb. 16
1- Bovenste zuiger
2- Koffiezetkamer
3- Onderste zuiger
4- Veer van voorkoffiezetcyclus
5- Oscillerende hendel
6- Buitenschijf
© by N&W GLOBAL VENDING S.p.A.
Door de druk van het water geeft de veer van de voorkof-
fiezetcyclus mee en de onderste zuiger daalt 4 mm zodat
er een waterkussen ontstaat dat ervoor zorgt dat het kof-
fietablet op uniforme wijze benut wordt.
Na de afgifte duwt tijdens een pauze van 3 seconden
de veer van de voorkoffiezetcyclus de waterlaag uit
langs de derde weg van het afgiftemagneet en drukt het
gebruikte koffietablet lichtjes samen.
De reductiemotor voert de rotatie verder uit zodat de
zuigers en het koffietablet stijgen door middel van de
oscillerende hendel.
Wanneer de koffiezetkamer terug naar de verticale stand
gaat, voorkomt de afstrijkarm op de koffietrechter dat het
gebruikte koffiedik verplaatst wordt en doet hem vallen.
De onderste zuiger gaat terug naar het onderste dode
punt.
1
2
3
Fig. 17 Afb. 17
4
Fig. 18
5
6
20
01-2016 4875 00