OVERZICHT
1. Armatuur knoppen (1 – 12)
Wordt gebruikt om relevante armatuur voor controle te
selecteren.
2. Scèneknoppen (1-8)
Druk op de scèneknoppen om uw
te slaan. Er zijn maximaal 240 programmeerbare scènes.
3. Segmentweergave
Toont de huidige activiteit of programmeringsstatus .
4. Bankknoppen (omhoog/omlaag)
Druk op de
knoppen
Omhoog/Omlaag om een bank uit 30
banken
te selecteren.
5. Achtervolging Knoppen(1-6)
Wordt gebruikt om je geprogrammeerde achtervolging te
selecteren die bestaat uit maximaal 240 scènes.
6. Programmaknop
Wordt gebruikt om de programmamodus te activeren.
7. Knop
TOEVOEGEN
Wordt gebruikt om programma's
8. Auto/ Knop
Wordt gebruikt om de automatische modus
om scènes en achtervolgingen
ACHTERAANZICHT
1. Aan /uit-schakelaar
Deze schakelaar zet de stroom
aan/uit.
2. DMX Polariteit selecteren
Zorg voor de polariteit van je
armatuur.
scènes te
laden of op
op
te
nemen.
te
activeren of
te verwijderen.
9. Muziek/ bankkopie
Wordt gebruikt om de muziekmodus
scènes en achtervolgingsprogramma's te
10. Black-out knop
Wordt gebruikt om kanaaluitvoer uit te schakelen.
11. Tik op Synchroniseren/beeldscherm
Wordt gebruikt om een standaardbeat
de waardenweergave tussen % en 255
12. Schuifregelaar voor fade-tijd
Wordt gebruikt om de fadetijd aan te passen. Fade Time
is de hoeveelheid tijd die een armatuur (scanner) nodig
heeft om van de ene positie naar de andere te gaan,
voordat de dimmer infade of fade out.
13. Snelheid Slider
Wordt gebruikt om de snelheid aan te passen waarmee de
scènes zullen achtervolgen.
14. Knop
Pagina
selecteren
Gebruikt om faders
te
selecteren voor de armatuur
tussen pagina A (1-8) en pagina B (9-16).
3. DMX-uitgang.
Deze connector stuurt uw DMX-waarde naar de DMX-
scanner of het DMX-pakket.
4. DC-ingang
DC 9 - 12V, 300mA
te activeren of om
maken.
te
maken of om
te wijzigen.
5