Informatie voor beheerders
Items
Fax
Faxnummer
Faxsnelheid
Subadres (SUB/SEP)
Wachtwoord (SID/PWD)
E-mail
E-mailadres
Netwerkmap (SMB)
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
FTP
Opslaan in
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Aansluitmodus
Poortnummer
Bestemmingen als groep registreren met Web Config
Als het type bestemming is ingesteld op Fax of E-mail, kunt u de bestemmingen als groep registreren.
1. Open Web Config en selecteer het tabbald Scannen/Kopiëren of Fax > Contactpersonen.
>
Instellingen voor gebruik van de printer
Instellingen en toelichting
Voer hier tussen 1 en 64 tekens in. Gebruik 0–9 - * # en spatie.
Selecteer een communicatiesnelheid voor een bestemming.
Stel het subadres in dat wordt toegevoegd wanneer de fax wordt verzonden. Voer
maximaal 20 tekens in. U kunt 0–9, *, # en spaties gebruiken. Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Voer het wachtwoord voor het subadres in. Voer maximaal 20 tekens in. U kunt 0–
9, *, # en spaties gebruiken. Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Voer hier tussen 1 en 255 tekens in. Gebruik A–Z a–z 0–9 ! # $ % & ' * + - . / = ? ^ _
{ | } ~ @.
\\"Mappad"
Voer de locatie van de doelmap in. Gebruik hiervoor tussen 1 en 253 tekens in
Unicode (UTF-8) en laat "\\" weg.
Voer een gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot een netwerkmap. Deze
mag maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik
van stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F).
Voer een wachtwoord in om toegang te krijgen tot een netwerkmap. Dit mag
maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F).
Voer de servernaam in. Gebruik hiervoor tussen 1 en 253 tekens in ASCII (0x20–
0x7E) en laat "ftp://" weg.
Voer een gebruikersnaam in om toegang te krijgen tot een FTP-server. Deze mag
maximaal 30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als de server anonieme verbindingen toestaat,
voert u als gebruikersnaam bijvoorbeeld Anoniem en FTP in. Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Voer een wachtwoord in om toegang te krijgen tot een FTP-server. Dit mag
maximaal 20 tekens bevatten in Unicode (UTF-8). Vermijd hierbij het gebruik van
stuurcodes (0x00 tot 0x1F, 0x7F). Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Selecteer de verbindingsmodus in het menu. Als tussen de printer en de FTP-
server een firewall is ingesteld, selecteert u Passieve modus.
Voer het FTP-serverpoortnummer, tussen 1 en 65535, in.
393
>
Contactpersonen beschikbaar maken