U configureert als volgt de opname-instellingen:
1. Klik in de menuwerkbalk op
2. Selecteer de camera die u wilt configureren.
3. Configureer de volgende opname-instellingen (beschikbare opties afhankelijk van
cameramodel):
•
Modus streamopname: Selecteer een van de streamtypen om de
opnameparameters van die opnamemodus te configureren: Mainstream (TL-Hi)
(standaard), Mainstream (TL-Lo), Mainstream (Event), Mainstream (Alarm) of
Substream.
•
Streamtype: Selecteer het streamtype om video of video en audio op te nemen.
•
Resolutie: Selecteer de resolutie van de opname. De volgende opties zijn
beschikbaar: 1920*1080 (1080P), 1280*720 (HD720P), 960*576 (960H),
704*576 (4CIF), 640*480 (VGA), 352*288 (CIF).
•
Type bitsnelheid: Selecteer Constant of Variabele. Als "Variabele" is
geselecteerd, kan de bandbreedte variëren afhankelijk van de videokwaliteit en
de vereiste bandbreedte. Als "Constant" is geselecteerd, is de videostreaming
altijd de geselecteerde maximum bitsnelheid.
•
Videokwaliteit: Selecteer de kwaliteit van de opname. Indien "Constant" is
geselecteerd als bitsnelheidstype, is deze optie niet beschikbaar.
Als een lage videokwaliteit is geselecteerd, is de beeldkwaliteit slechter en wordt
de vereiste bandbreedte verminderd zodat over een langere periode opgenomen
kan worden.
•
Framesnelheid: Selecteer de framesnelheid van de opname.
•
Modus maximale bitsnelheid: Selecteer de algemene standaardoptie (Default)
of de aangepaste optie.
TruVision NVR 10 Gebruikershandleiding
Opname-instellingen
9BHoofdstuk 10: Camera-instelling
camera.
63