NurseCall N86 kamerzender
6
Gebruik
Telkens wanneer een NurseCall N86 kamerzender wordt gebruikt door op een
knop te drukken of een bedrade ingang te activeren, verstuurt de zender een
radiosignaal en geven de lampen de handeling en/of actuele toestand ervan
weer. Optioneel maken twee relais de overdracht van de status naar een
display op afstand mogelijk, zoals de signaleringslampen boven de deur.
Elk radiobericht wordt met een andere oproep verzonden, zodat de ontvanger
(NurseCall-systeem) de uitgevoerde handeling kan herkennen.
OPMERKING!
Het wordt aanbevolen om de knop ingedrukt te houden tot de lamp boven de
rode knop gaat branden.
6.1
Hulpoproep
De hulpoproep kan op drie verschillende manieren worden geactiveerd:
–
door op de rode knop Hulpoproep te drukken.
–
door de externe schakelaar in te drukken die is aangesloten op de J3
connector, bijvoorbeeld een peerknop.
–
door ten minste één van de drie ingangen van de klemmenrij P6 (C7 / C8,
C8 / C9 of C10 / C11) te activeren.
De hulpoproep wordt ongeveer om de twee minuten herhaald tot de oproep
wordt gekwiteerd, met een maximum van 20 minuten. U kunt deze
herhaalfunctie uitschakelen door de parameter "Hulpoproepen herhalen" niet
geactiveerd in te stellen. Een hulpoproep wordt aangegeven door rood
flikkeren van de signaleringslampen, optioneel, door de activering van de
relais Hulpoproep.
OPMERKING!
In sommige gevallen genereert het activeren van een hulpoproep een
activering van een assistentieoproep. Zie
bedrijfstoestanden, pagina 35
6.2
Assistentieoproep
De assistentieoproep wordt geactiveerd door op de knop Assistentieoproep
(blauw) te drukken.
De assistentieoproep wordt ongeveer om de twee minuten herhaald tot de
oproep wordt bevestigd, met een maximum van 20 minuten. U kunt deze
herhaalfunctie uitschakelen door de parameter "Assistentieoproepen
herhalen" niet geactiveerd in te stellen
Sectie 7.3 Diagrammen met
.
Gebruik | nl 27