5. VULLEN VAN DE KETEL
Belangrijk : Controleer regelmatig de waterdruk op de manometer (8 – figuur 1) bij een koude installatie moet de
druk 1-1,5 bar zijn. In geval van overdruk, open de leeglaatkraan van de ketel. Bij een te lage waterdruk open de
vulkraan van de ketel ( figuur 3) . Wij raden u aan om deze kraan zeer traag te openen om de ontluchting te
bevorderen.
Als u regelmatige drukdalingen opmerkt neem dan contact op met uw installateur om dit probleem op te lossen.
Vulkraan
Leeglaatkraan
De ketel is uitgerust met een lage druk pressostaat , die in geval van onvoldoende waterdruk de ketel verhindert om
te werken.
6. UITSCHAKELEN VAN DE KETEL
Om de ketel uit te schakelen, onderbreek de elektrische spanning van de ketel. Als de ketel staat op "OFF"
(hoofdstuk 3.2), de elektrische compententen blijven onder spanning en de antigel functie is actief (hoofdstuk 8).
7. OMBOUWEN VAN GASSOORT
Deze verwarmingsketels kunnen werken op aardgas en propaan.
Als een ombouw nodig is, gelieve contact op te nemen met BAXI BELGIUM.
13
INSTRUCTIES BESTEMD VOOR DE GEBRUIKER
925.299.1 - BE