apparaat automatisch het kinderslot in en
gaat het controlelampje voor het slot aan.
Alle knoppen zijn geblokkeerd wanneer
het kinderslot is ingeschakeld.
Het kinderslot uitschakelen: Doe de deur
van de combimagnetron open als het
kinderslot is ingeschakeld. Het kinderslot
zal worden uitgeschakeld en het
controlelampje voor het slot zal uit gaan.
Bescherming
BEVEILIGING TEGEN OVERVERHITTING
Wanneer het systeem oververhit raakt,
verschijnt "E01"op het display en zal de
combimagnetron blijven piepen. Wanneer
het probleem is verholpen, druk op STOP/
CANCEL. Het systeem keert weer terug in
de normale standby-stand.
BEVEILIGING TEGEN LAGE
TEMPERATUREN
Wanneer het systeem te koud wordt,
verschijnt "E02"op het display en zal de
combimagnetron blijven piepen. Wanneer
het probleem is verholpen, druk op STOP/
CANCEL. Het systeem keert weer terug in
de normale standby-stand.
BEVEILIGING TEGEN
FUNCTIESTORINGEN
Het systeem schakelt uit wanneer
er kortsluiting wordt gedetecteerd.
"E03" verschijnt op het display en de
combimagnetron zal blijven piepen.
Wanneer het probleem is verholpen, druk
op STOP/CANCEL. Het systeem keert
weer terug in de normale standby-stand.
Automatisch koken
Voor het programma automatisch koken
hoeft de tijd en het vermogen niet te
worden ingesteld. Het aangeven van het
soort voedingsmiddel en het gewicht of
aantal porties is voldoende.
1. Draai in de standby-stand de knop
MENU/TIJD tegen de klok in naar links
en kies vervolgens een categorie.
2. Druk op KLOK/GEWICHT om het
gewicht of aantal porties in te stellen.
3. Druk op MENU/TIJD om de keuze te
bevestigen.
Zie tabel C op pagina 21
REINIGEN EN ONDERHOUD
1. Schakel voor het schoonmaken de
combimagnetron uit en haal de stekker
uit het stopcontact.
2. Houd de binnenkant van de
combimagnetron schoon. Spetters
van voedingsmiddelen of gemorste
vloeistoffen koeken vast aan de
ovenwanden; maak deze schoon
met een vochtige doek. Gebruik een
mild schoonmaakmiddel wanneer de
combimagnetron erg vies is geworden.
Gebruik geen schoonmaakspray of
andere sterke schoonmaakmiddelen
omdat deze vlekken en krassen kunnen
veroorzaken of het oppervlak kunnen
beschadigen.
3. De oppervlakken aan de buitenzijde
mogen alleen met een vochtige
doek worden schoongemaakt. Om
schade aan de onderdelen aan de
binnenkant van de combimagnetron te
voorkomen, mag er geen water in de
ventilatieopeningen terechtkomen.
4. Maak zowel de binnen- als de
buitenzijde van de deur en het raam,
de deurafdichtingen en aangrenzende
delen regelmatig schoon met een
vochtige doek om eventuele spetters en
morserijen te verwijderen. Gebruik geen
schuurmiddelen.
5. Gebruik geen stoomreiniger.
6. Laat het bedieningspaneel niet nat
worden. Maak het schoon met een
zachte, vochtige doek. Laat bij het
schoonmaken van het bedieningspaneel
de deur openstaan om te voorkomen
dat de combimagnetron per ongeluk
wordt ingeschakeld.
7 Veeg de stoom die eventueel is
ontstaan aan de binnenzijde of langs
de buitenkant van de magnetron weg
met een zachte doek. Dit kan gebeuren
wanneer de magnetron wordt gebruikt
onder erg vochtige omstandigheden.
Dit is normaal.
8. Het is af en toe nodig om de glazen
plaat te verwijderen om deze schoon
te kunnen maken. Was de plaat met de
hand af in water met wat afwasmiddel
of zet hem in de vaatwasser.
9. De bodem van de ovenruimte
- 17 -