STORINGEN VERHELPEN
Hieronder volgen de belangrijkste problemen die het apparaat kan vertonen.
Als de hier vermelde controles geen positief resultaat opleveren, dient u onmiddellijk contact
op te nemen met onze klantenservice.
Het apparaat werkt niet.
Controleer of de stekker van de voedingskabel in het stopcontact zit (230V). Controleer of de
voedingskabel niet is beschadigd of gestript.
De motor start, maar de borstels draaien niet.
Haal de stekker uit het stopcontact. Kijk nu of de rol vrij kan bewegen, door de centrale borstelrol
met uw handen te verplaatsen.
De tank voor schoon water lekt.
Controleer of de waterkabelklep correct is vastgeschroefd aan de tank. Controleer of de aandri-
jfkabel die vastzit aan de vloeistofverdeelhendel niet te strak zit. Controleer of de tank intact is en
geen gaten en/of scheuren vertoont.
Het apparaat verdeelt het waswater niet goed.
Controleer of de lekbak onder de klep niet verstopt is. Controleer of het doorzichtige buisje niet
verstopt of platgedrukt is.
Het apparaat zuigt geen water op.
Controleer of de afvalwatertank correct is bevestigd. Controleer of de klep volledig is gesloten
en aan het apparaat is vastgehaakt. Controleer of het waswater soepel wegloopt wanneer de
hendel wordt bediend. Controleer of de borstels niet versleten zijn.
21