N
Gevoeligheid
Pas de gevoeligheid van de camera voor licht aan.
Druk op de ontgrendelingsknop van de
gevoeligheidsschijf, draai de schijf naar
de gewenste instelling en druk op-
nieuw op de ontgrendelingsknop om
de schijf op zijn plaats te vergrendelen.
Optie
Optie
A (auto)
5
12800–200
H (25600/51200),
L (100/125/160)
N
Gebruik
STELLINGEN (H) om de gevoeligheid te kiezen die is toege-
wezen aan de H-positie.
Gebruik
STELLINGEN (L) om de gevoeligheid te kiezen die is toege-
wezen aan de L-positie.
Als OPDRACHT is geselecteerd voor
STELLINGEN > ISO SCHIJFINSTELLINGEN (A), kan de
gevoeligheid ook worden aangepast door de gevoeligheid
in te stellen op A en te draaien aan de voorste instelschijf.
88
Gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan
opnameomstandigheden volgens de gekozen optie
A
voor
OPNAME-INSTELLINGEN > ISO AUTOM.
INSTELLING. Kies uit AUTO1, AUTO2 en AUTO3.
Pas gevoeligheid handmatig aan. Geselecteerde
waarde wordt in het scherm weergegeven.
Kies voor bijzondere situaties. Merk op dat vlekken
kunnen verschijnen in foto's genomen bij H, terwijl L
het dynamisch bereik vermindert.
D
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > ISO SCHIJFIN-
D
TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN > ISO SCHIJFIN-
Beschrijving
Beschrijving
D
TOETS-/SCHIJFIN-