Het overbruggen of geforceerd inschakelen kan alleen indien uw installateur het als zodanig heeft
geprogrammeerd. Wanneer dit niet het geval is zal het icoon grijs gekleurd zijn en kan deze optie
niet gebruikt worden.
5.2.5 inschakelen met sleutelschakelaar.
Twee types sleutelschakelaars kunnen gebruikt worden om uw systeem met een sleutel in- of uit te schakelen. Met
een sleutelschakelaar draait u de sleutel in de "AAN"-stand om uw systeem te activeren en draait u de sleutel in de
"UIT"-stand om uw systeem te deactiveren.
Wanneer uw installateur een sleutelschakelaar geïnstalleerd heeft van het type "puls" schakelt u het systeem in
door deze sleutel kort van stand te verdraaien en los te laten. Om het systeem uit te schakelen herhaalt u deze
procedure.
5.2.6 Automatische inschakeling
Als de installateur deze functie geactiveerd heeft, is het mogelijk om een door u ingegeven tijdstip één of
meerdere gebieden automatisch te laten inschakelen.
5.2.6.1 Automatische dagelijkse inschakeling volgens tijdstip
De installateur zal vooraf de manier van inschakelen welke van toepassing is voor uw installatie van uw systeem.
Hij kan kiezen voor een geforceerde "normale inschakeling" of een geforceerde "thuis"-inschakeling.
Een inschakelvertraging van standaard 60 sec. zal dan starten.
Om het inschakeltijdstip te wijzigen volgt u volgende procedure in 3 stappen.
Toegang tot de functie in 4 stappen; Selecteren van het gebied(en) indien u code toegang heeft tot meerdere
gebieden;
Ingeven van de Hoofdcode
Selecteren van het gebied =>
Wijzigen (invoeren) van de tijd voor autom.
Inschakeling. Druk op het icoon "Bewaren".
Keer nadien terug naar het hoofdscherm door
het icoon "Home" de drukken.
Afhankelijk van uw keuze kan de tijd instelling
op
13