Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uw Apparaat Leren Kennen; De Bediening In Essentie - Gaggenau AI240191 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5  Uw apparaat leren kennen
5.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
Apparaat in- of uitschakelen
Ventilatorstand 1 inschakelen
Ventilatorstand 2 inschakelen
Ventilatorstand 3 inschakelen
Intensiefstand inschakelen
6  De Bediening in essentie
6.1 Apparaat inschakelen
​ ⁠ indrukken.
a Het apparaat start in ventilatorstand 2.
6.2 Apparaat uitschakelen
​ ⁠ indrukken.
6.3 Ventilatorstand instellen
  ​ ⁠ ,   ​ ⁠   of ​ ⁠   indrukken.
6.4 Intensiefstand inschakelen
Als zich een bijzonder sterke geur of damp ontwikkelt,
kunt u de intensiefstand gebruiken.
Druk op
​ ⁠ .
a Het apparaat schakelt na ca. 6 minuten automatisch
in de ventilatorstand 3.
6.5 Intensiefstand uitschakelen
  ​ ⁠ ,   ​ ⁠   of ​ ⁠   indrukken.
6.6 Interval-ventilatie inschakelen
Bij de intervalventilatie schakelt het apparaat met regel-
matige intervallen de ventilatie in en uit.
Druk op
​ ⁠ .
a Het apparaat draait ca. 6 minuten per uur in ventila-
torstand 1.
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Automatische modus inschakelen
Intervalventilatie inschakelen of uitschakelen
Op de kookplaat gebaseerde kapregeling
Filterverzadigingsindicatie resetten
Verlichting inschakelen of uitschakelen
Helderheid instellen
6.7 Interval-ventilatie uitschakelen
Druk op
​ ⁠ .
a Het apparaat start in ventilatorstand 2.
6.8 Automatische modus
De optimale ventilatorstand wordt met behulp van een
sensor automatisch ingesteld.
Druk op ​ ⁠ .
6.9 Automatische modus
Druk op ​ ⁠ , ​ ⁠ of ​ ⁠ .
a De ventilatie wordt automatisch beëindigd als de
sensor geen verandering van de luchtkwaliteit in de
ruimte vaststelt.
a De automatische stand loopt maximaal 4 uur.
6.10 Sensorbesturing
In de automatische stand herkent een sensor in het ap-
paraat de intensiteit van de kook- en bakluchtjes. Af-
hankelijk van de sensorgevoeligheid wordt de optimale
ventilatorstand automatisch ingeschakeld. Reageert de
sensorbesturing te zwak of te sterk, kunt u de instelling
van de sensorgevoeligheid wijzigen.
¡ Fabrieksinstelling: 3
¡ Laagste instelling: 1
¡ Hoogste instelling: 4
6.11 Sensorbesturing instellen
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
Uw apparaat leren kennen nl
1
inschakelen
1
uitschakelen
1
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave