Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Apparaat Mag Niet Worden Gebruikt - Beurer EM 29 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

• Gebruik het apparaat niet wanneer u een
pacemaker of een ander implantaat, zoals bijv.
een insulinepomp of ander metalen implantaat
draagt.
• Bij hoge koorts (bijv. > 39 °C).
• Bij chronische of acute hartritmestoornissen (aritmieën)
en andere ritme- en geleidingsstoornissen van het hart.
• Bij toevallen (bijv. epilepsie).
• Tijdens de zwangerschap.
• Bij kanker.
• Na operaties waarbij versterkte spiersamentrekkingen
het genezingsproces kunnen verstoren.
• Op acuut of chronisch aangedane (verwonde of
ontstoken) huid, bijvoorbeeld bij pijnlijke en pijnloze ont-
stekingen, rode plekken.
• Bij huiduitslag (bijvoorbeeld allergieën), brandwonden,
kneuzingen, zwellingen en open of genezende wonden.
• Op genezend littekenweefsel na operaties.
• Wanneer u tegelijkertijd bent aangesloten op een
chirurgisch apparaat met hoge frequentie. In dat geval
kan het apparaat brandwonden veroorzaken onder de
velden voor de stroomprikkels.
• Onder invloed van pijnstillers, alcohol of slaapmiddelen.
• Tijdens werkzaamheden waarbij een onvoorspelbare
reactie (bijvoorbeeld versterkte spiersamentrekking
ondanks lage intensiteit) gevaar kan veroorzaken,
bijvoorbeeld tijdens het autorijden of het bedienen van
een machine.
• Op slapende personen.
• Gebruik dit apparaat niet tegelijk met andere apparaten
die elektrische impulsen aan uw lichaam afgeven.
• Het apparaat is geschikt voor privégebruik.
• Om hygiënische redenen mag de manchet slechts door
één persoon worden gebruikt.
• Voorkom dat metalen voorwerpen tijdens de stimulatie
in contact kunnen komen met de elektroden, omdat dit
kan leiden tot incidentele brandwonden.
• bij acute of chronische aandoeningen aan het
maag-darmstelsel.
• Bij aanwezigheid van metalen implantaten.
• Bij mensen die een insulinepomp dragen.
• In omgevingen met een hoge luchtvochtigheid, zoals
badkamers, of tijdens het baden of douchen.

Het apparaat mag niet worden gebruikt:

• Op en nabij het hoofd: hier kan het apparaat krampaan-
vallen veroorzaken.
• Op en nabij de hals/halsslagader: hier kan het apparaat
een hartstilstand veroorzaken.
• Op en nabij de keel en het strottenhoofd: hier kan het
apparaat spierverkrampingen veroorzaken, die verstik-
king tot gevolg kunnen hebben.
• Op en nabij de borstkas: hier kan het apparaat het risi-
co op hartkamerfibrilleren verhogen en een hartstilstand
veroorzaken.
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave