Nederlands – 2
(3) Spaakmagneet van snelheidssensor
Technische gegevens
Aandrijfeenheid
Productnummer
Nominaal continu vermogen
Draaimoment bij aandrijving
max.
Nominale spanning
Gebruikstemperatuur
Bewaartemperatuur
Beschermklasse
Gewicht, ca.
Bosch eBike-systeem gebruikt FreeRTOS
(zie http://www.freertos.org).
Aandrijfeenheid
Productnummer
Nominaal continu vermogen
Draaimoment bij aandrijving
max.
Nominale spanning
Gebruikstemperatuur
Bewaartemperatuur
Beschermklasse
Gewicht, ca.
Bosch eBike-systeem gebruikt FreeRTOS
(zie http://www.freertos.org).
A)
Fietsverlichting
B)
Spanning ca.
Maximaal vermogen
– voorlicht
– achterlicht
A) afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land ver-
schillende uitvoeringen via accu van eBike mogelijk
B) Let er bij het vervangen van de lampen op of de lampen met het
Bosch eBike-systeem compatibel zijn (vraag uw fietshandelaar)
en of de opgegeven spanning overeenstemt. Er mogen alleen
lampen met dezelfde spanning vervangen worden.
Verkeerd geplaatste lampen kunnen vernietigd worden!
0 275 007 XD3 | (25.04.2018)
Active Line
BDU310
W
250
Nm
40
V=
36
°C
–5...+40
°C
–10...+50
IP 54 (stof- en
spatwaterbe-
schermd)
kg
3
ActiveLine Plus
BDU350
W
250
Nm
50
V=
36
°C
–5...+40
°C
–10...+50
IP 54 (stof- en
spatwaterbe-
schermd)
kg
3,3
V=
12
W
17,4
W
0,6
Montage
Accu plaatsen of verwijderen
Voor het plaatsen van de eBike-accu in de eBike en voor het
verwijderen dient u de gebruiksaanwijzing van de accu te le-
zen en in acht te nemen.
Snelheidssensor controleren (zie afbeelding A)
De snelheidssensor (2) en de bijbehorende spaakmagneet
(3) moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet
bij een omwenteling van het wiel op een afstand van mini-
maal 5 mm en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor
beweegt.
Aanwijzing: Is de afstand tussen snelheidssensor (2) en
spaakmagneet (3) te klein of te groot, of is de snelheidssen-
sor (2) niet juist aangesloten, dan valt de snelheidsmeterin-
dicatie uit en de eBike-aandrijving werkt in het noodlooppro-
gramma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet (3) los en
bevestig de spaakmagneet zodanig aan de spaak dat deze op
de juiste afstand langs de markering van de snelheidssensor
loopt. Verschijnt ook daarna geen snelheid op de snelheids-
meterindicatie, neem dan contact op met een geautoriseer-
de rijwielhandel.
Gebruik
Ingebruikname
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactiveerd worden, wanneer
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– Een voldoende geladen accu is geplaatst (zie gebruiks-
aanwijzing van de accu).
– De boordcomputer is juist in de houder geplaatst (zie ge-
bruiksaanwijzing van de boordcomputer).
– De snelheidssensor is juist aangesloten (zie „Snelheids-
sensor controleren (zie afbeelding A)", Pagina Neder-
lands – 2).
eBike-systeem in-/uitschakelen
Voor het inschakelen van het eBike-systeem heeft u de vol-
gende mogelijkheden:
– Is de boordcomputer bij het plaatsen in de houder al inge-
schakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch inge-
schakeld.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer en geplaatste eBi-
ke-accu één keer kort op de aan/uit-toets van de boord-
computer.
– Druk bij geplaatste boordcomputer op de aan/uit-toets
van de eBike-accu (er zijn van de fietsfabrikant afhankelij-
ke oplossingen mogelijk waarbij de aan/uit-toets van de
accu niet toegankelijk is; zie gebruiksaanwijzing van de
accu).
De aandrijving wordt geactiveerd, zodra u op de pedalen
trapt (behalve bij de functie duwhulp, (zie „Duwhulp in-/uit-
schakelen", Pagina Nederlands – 4)). Het motorvermo-
Bosch eBike Systems