Door het kort na elkaar twee keer indrukken van
de toets MODE (4) wordt de Detector in de
stand voor oppervlakteberekeningen gezet.
Onder het symbool van de meetbasis verschijnt
in het display een parallellogram met de
afstanden „L" en „W". Voor de eerste meting
knippert de afstand „L".
•
Richt de Detector zo op het vlak dat de
meetstraal deze loodrecht raakt en druk de toets
READ (6) in. In het display verschijnt de
gemeten afstand in de gekozen meeteenheid
(m/in.) en in het parallellogram knippert de
afstand „W".
•
Plaats de Detector in een loodrechte hoek ten
opzichte van de eerste meting en druk de toets
READ (6) opnieuw in. Zolang u deze knop
ingedrukt houdt, geeft het display de lengte van
de tweede afstandsmeting weer. Bij het loslaten
van de toets worden de beide afstanden met
elkaar vermenigvuldigd en de gemeten
oppervlakte in m² of in² op het display
weergegeven.
Inhoudberekening
•
Schakel de Detector in en kies de meetbasis
zoals hiervoor beschreven.
•
Door drie keer de toets MODE (4) in te drukken,
wordt de Detector in de stand voor
volumeberekeningen gezet. In het display
verschijnt een kubus met de kanten „L", „W" en
„H" onder het symbool van de meetbasis. Voor
de eerste meting knippert de kant „L".
•
Richt de Detector zo op het vlak dat de
meetstraal deze loodrecht raakt en druk de toets
READ (6) in. In het display verschijnt de gemeten
afstand in de gekozen maateenheid en in de
kubus knippert de kant „W".
•
Plaats de Detector horizontaal in een rechte hoek
ten opzichte van de eerste meting en druk de
toets READ (6) opnieuw in. In het display
verschijnt de lengte van de tweede meetafstand
en bij de kubus knippert de kant „H".
•
Plaats de Detector verticaal in een rechte hoek
ten opzichte van de beide vorige metingen en
druk opnieuw de toets READ (6) in. Zolang u
deze toets ingedrukt houdt, wordt in het display
het resultaat van de derde afstandsmeting
weergegeven. Zodra u de toets READ (6) loslaat,
worden de drie meetresultaten met elkaar
vermenigvuldigd en in het display wordt de
inhoud in m³ of in³ weergegeven.
Temperatuurmetingen
•
Schakel de Detector aan door het indrukken van
de toets POWER (1).
•
Door het indrukken van de toets TEMP/DIST (7)
wordt de Detector in de bedrijfsfunctie
temperatuurmeting gezet. In het display
verschijnt de actuele omgevingstemperatuur in
de eenheid „°C" (graden Celsius).
•
Tijdens de weergave kunt u door het indrukken
van de toets UNIT (5) omschakelen naar de
temperatuur in de eenheid °F" (graden
Fahrenheit).
•
Door het opnieuw indrukken van de toets
TEMP/DIST(7) wordt de Detector in de
bedrijfsstand voor afstandsmetingen teruggezet.
Leidingzoeker
•
Houdt u de Detector uit de buurt van elektrische
leidingen onder spanning en activeer de Detector
door het indrukken van de toets POWER (1).
•
Door het eenmalig indrukken van de toets
AC/ME/DIST (9) wordt de Detector in de modus
voor het zoeken van leidingen onder elektrische
spanning gezet. In het display (2) verschijnt een
staafdiagram, het woord „AC SCAN" en een
getal. Het staafdiagram verdwijnt na een korte
tijd. Het aangegeven getal geeft de ingestelde
gevoeligheid van de Detector weer.
•
Plaats de Detector vlak tegen de wand waar u
naar elektrische leidingen onder spanning wilt
zoeken en beweeg de Detector langzaam
zijwaarts over de wand.
•
Zodra de Detector in de buurt van een leiding
onder elektrische spanning > 110V~ komt, wordt
aan beide zijden naar het midden toe een
staafdiagram opgebouwd.
•
Bij het verschijnen van de middelste balk van het
diagram, hoort u een aanhoudend signaal en het
rode controlelampje (10) naast de
hoofdschakelaar (1) gaat continu branden.
•
Markeer de plek op de wand, herhaal deze
procedure van de andere kant en maak opnieuw
een markering.
•
De elektrische leiding onder spanning bevindt
zich in het midden van de beide markeringen.
•
Voor een exacte lokalisering van de leiding, kunt
u op iedere gewenste plek waar het staafdiagram
geheel of gedeeltelijk verschijnt, de toets UNIT/ -
(5) meerdere keren indrukken. De gevoeligheid
van de Detector wordt hierdoor verlaagd en het
gebied waarin zich de elektriciteit geleidende
leiding bevindt beperkt.
•
Wanneer u deze procedure op meerdere
plaatsen op de wand herhaalt, kunt u het verloop
van de leiding volgen.
Metaaldetector
•
Houdt u de Detector uit de buurt van elektrische
leidingen onder spanning en metaal en activeer
de Detector met de toets POWER (1).
•
Door het tweemaal indrukken van de toets
AC/ME/DIST (9) wordt de Detector in de modus
metaaldetector gezet. In het display (2) verschijnt
een staafdiagram, het woord „METAL SCAN" en
een getal. Het staafdiagram verdwijnt na korte
tijd. Het aangegeven getal geeft de ingestelde
gevoeligheid van de Detector weer.