Bediening
•
Schakel het apparaat in door het indrukken van
de toets Power (1).
•
In het display (2) verschijnt automatisch de
modus voor enkelvoudige berekeningen van
afstanden in meters.
•
Als uitgangspunt voor de meting geldt in eerste
instantie de voorkant van de Detector. Dit kan
door het indrukken van de toets BASE (3)
gewijzigd worden.
Belangrijke aanwijzingen bij het gebruik van de
Detector voor afstandsmetingen
1. Bij gebruik van de meegeleverde
bevestigingsplaat voor statiefgebruik (14) kunt u
de Multifunctionele Detector op ieder willekeurig
fotostatief met een normschroefdraad van 1/4"-
20 UNC monteren. Het gebruik van een statief
vereenvoudigd de bediening van de Detector.
Door de vaste positie van het statief in de ruimte
zal het meetresultaat aanzienlijk nauwkeuriger
zijn dan bij een meting uit de "losse hand".
Plaatst u de Detector dusdanig op de
bevestigingsplaat (14), zodat de magneten (16)
aan de achterzijde van de Detector in contact
komen met de metalen strips van de
bevestigingplaat en de geleide-pen (20) van de
bevestigingsplaat in de uitsparing (17) aan de
achterkant van de Detector past.
2. Richt de Detector altijd zodanig op het doel
waarvan u de afstand meten wilt, zodat de
ultrasone straal loodrecht op het doel treft.
(Abb.2)
3. Onregelmatige of zachte, niet reflecterende
oppervlakten van het doel (tapijten, matten,
schuimvullingen etc.) evenals vreemde ultrasone
stralen van andere apparaten kunnen het
meetresultaat beïnvloeden.
4. Omdat de ultrasone stralen bij afstandsmetingen
kegelvormig uitspreiden moet u er rekening mee
houden dat binnen het bereik van +/- 8° (= ca. +/-
14,5 cm/m) van de laserstraal zich geen
personen of objecten (ladders, planten, lampen
etc.) bevinden. Deze worden door de ultrasone
stralen gesignaleerd en beïnvloeden het
meetresultaat (Afb. 2).
5. De aanduiding ERROR verschijnt zodra
a. het meetbereik te groot of te klein is.
b. de ultrasone straal niet loodrecht het doel
treft.
c. zich voorwerpen tussen de Detector en het
doel bevinden, die het meetresultaat
beïnvloeden.
d. het oppervlak van het doel de ultrasone
stralen niet voldoende reflecteren.
e. de batterij zwak is.
f.
de omgevingstemperatuur onder 0°C of
boven 40°C ligt.
6. De bijgeleverde bevestigingsvoet dient voor het
inspannen van de bevestigingsplaat voor
statiefgebruik (14) bij het eventuele gebruik van
een nivelleringsonderstel.
Meten van enkelvoudige afstanden
•
Schakelt u de Detector in door het indrukken van
de toets POWER (1).
•
Kies daarna de gewenste meetbasis met behulp
van de toets BASE (3). Het symbool aan de
linkerkant van het display vermeld de gekozen
meetbasis (voor- of achterkant van de Detector).
•
Onder het symbool voor de meetbasis wordt
automatisch de afstand L vermeld. De Detector
bevindt zich in de stand voor het berekenen van
enkelvoudige afstanden.
•
Richt de Detector op het vlak, zodat de
meetstraal het vlak loodrecht raakt. Druk daarna
de toets READ (6) in. Ter oriëntatie wordt tijdens
het indrukken van deze toets een rode laserpunt
op het vlak geprojecteerd.
•
Gelijktijdig wordt een ultrasoon signaal in de
richting van het met een rode laserlicht
gemarkeerde punt verzonden. Daar wordt de
straal gereflecteerd en teruggezonden. De
gemeten afstand wordt bepaald door een
berekening van het gemeten tijdsverschil tussen
het verzenden en de ontvangst van het signaal.
•
De afstand verschijnt in het display in meters.
Naar wens wordt door het indrukken van de toets
UNIT (5) de uitkomst in inches omgerekend.
Voor de meting kunt u ook de meeteenheid
(meters, inches) vastleggen door het indrukken
van de toets UNIT (5).
•
Bij herhaald indrukken van de toets READ (6)
wordt opnieuw de afstand tussen de meetbasis
en het markeringspunt gemeten.
•
De Detector schakelt na ca. 5 minuten
automatisch uit als er geen toets ingedrukt wordt.
Cumulatieve metingen van afstanden
•
Schakel de Detector in en kies de meetbasis
zoals hierboven beschreven is.
•
De Detector wordt in de stand voor cumulatieve
metingen gezet door het eenmalig indrukken van
de toets MODE (4). In het display verschijnt dan
een plusteken (+) naast de meeteenheid (m
+
in
).
•
Richt de Detector op het vlak, zodat de
meetstraal deze loodrecht raakt en drukt de toets
READ (6) in.
•
In de stand voor cumulatieve metingen wordt de
laatst gemeten afstand bij de som van de
daarvoor gemeten afstanden opgeteld.
•
Zolang de toets READ (6) ingedrukt blijft, wordt
in het display de actuele meetafstand
weergegeven.
Oppervlakteberekening
•
Schakel de Detector in en kies de meetbasis
zoals hierboven beschreven is.
+
/