Inhoudsopgave
Advertenties
H
ANDLEIDING VOOR CENTRISCHE AFSLUITKLEPPEN SERIES
Alle binnenvlakken van de armatuur moeten vrij zijn van vervuiling. Met name harde/scherpe
deeltjes moeten worden verwijderd.
Ook de leidingsegmenten aan beide kanten moeten schoon zijn. Raadpleeg de opmerking in
paragraaf B3 voor informatie over het doorspoelen van een leiding met ingebouwde armatuur.
Als verontreinigingen (laskorrels, roestdeeltjes etc.) niet worden verwijderd, kan het
afdichtingsvlak op de klepschijf beschadigd raken. De armatuur gaat dan lekken en wordt in
het ongunstigste geval onbruikbaar.
De afsluitklep wordt in (bijna) gesloten stand geleverd en moet ook zo worden ingebouwd om het
afdichtingsvlak van de schijf tegen beschadiging te beschermen.
De uiteinden van de pijpleiding moeten zijn uitgelijnd en moeten vlakparallelle aansluitvlakken
hebben.
Er mogen geen flenspakkingen worden gebruikt voor centrische kleppen:
Het gebruik van extra flenspakkingen is onder normale omstandigheden niet nodig. De
afdichtingsvlakken van de behuizing zijn bekleed met elastomeer of polymeer en ontworpen
voor het afdichten van de flensverbinding.
Daarom moeten de contraflenzen over gladde, volledig dekkende afdichtingsvlakken
beschikken, bv. vorm A of B, volgens de norm EN 1092-1 of EN 1759-1.
Neem voor andere flensvormen contact op met de fabrikant.
B3
Werkstappen bij de inbouw
De bekleding in de behuizing mag niet in contact komen met smeer- of reinigingsmiddelen of
andere stoffen waarvan EBRO ARMATUREN niet kan bevestigen dat deze geschikt zijn.
Ongeschikte stoffen kunnen leiden tot verontreiniging, uitzetten of beschadiging!
Controleer armatuur en aandrijving op transportschade. Beschadigde afsluitkleppen of
aandrijvingen mogen niet worden ingebouwd.
De geprefereerde inbouwstand van de klep is met loodrechte klepas. De transmissie dient
– indien mogelijk – niet direct onder de armatuur te worden geïnstalleerd: lekkage aan de as kan
tot beschadiging van de transmissie of aandrijving leiden.
Afsluitkleppen voor inbouw tussen flenzen moeten bij de inbouw zorgvuldig worden gecentreerd
met behulp van de flensbouten. Raadpleeg ook paragraaf D5 voor informatie over
flensbouten!
Als in bijzondere gevallen een klep zonder activeringsvoorziening is geleverd, moet deze in
gesloten stand worden ingebouwd en zo worden gelaten totdat de aandrijving is geïnstalleerd.
Hiertoe moet een montagehandleiding worden geleverd door de fabrikant van de aandrijving. Het
nominale koppel moet worden aangepast aan de armatuur en de eindaanslagen "OPEN" en
"DICHT" moeten correct worden afgesteld.
Let erop dat een dergelijke afsluitklep niet onder druk wordt gezet voordat de
activeringsvoorziening wordt ingebouwd.
Waarsch
u
wing
Afsluitkleppen kunnen onafhankelijk van de doorstroomrichting van het medium worden
ingebouwd.
Pagina 6 van 13
Z, F, M, T, TW, BE
Advertenties
Inhoudsopgave
