Conventionele automatische melders
–
–
Alle sensorsignalen worden continu geanalyseerd door de interne signaalanalyse-elektronica
en worden met elkaar in verband gebracht. Als een signaalcombinatie overeenkomt met het
geprogrammeerde codeveld van de melder, wordt automatisch een alarm in werking gesteld.
Door de sensoren te koppelen kan de combinatie van detectoren ook worden gebruikt in
omgevingen waar werkzaamheden een lichte mate van rook, stoom of stof veroorzaken.
De FCP-OC320/FCP-OC320-R470 Melders analyseren de actuele CO-concentratie en passen
de drempelwaarde van de optische sensor aan overeenkomstig de CO-concentratie. Als er
geen CO in de lucht zit, wordt het alarm ook geactiveerd bij een bepaalde rookdichtheid en
hoger. Het alarm wordt echter niet geactiveerd als er alleen CO in de lucht wordt
gedetecteerd.
De FCP-OT320/FCP-OT320-R470 Melders activeren zowel bij rook als bij een
temperatuurstijging een alarm. Daarnaast wordt de drempel van de optische sensor
aangepast overeenkomstig de absolute temperatuur en de snelheid waarmee de temperatuur
stijgt.
2.4
Productkenmerken
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Thermisch (hitte): T
Chemisch (gas): C
Actieve instelling van de drempelwaarde (driftcompensatie) wanneer de optische sensor
vervuild raakt.
Actieve instelling van de drempelwaarde (driftcompensatie) van de chemische sensor.
Activeren van een melderparallelweergave is mogelijk.
Optionele mechanische beveiliging tegen verwijdering (kan in- of uitgeschakeld worden).
Stofwerende labyrintdichting en kapconstructie.
Iedere melder heeft een reinigingsopening met afsluitdopje om de optische kamer
schoon te blazen met perslucht (niet nodig voor de FCH-T 320/FCH-T 320-R470/FCH-T
320-FSA Hittedetectoren).
Aan te sluiten op brandmeldcentrales van Bosch en de meeste in de handel verkrijgbare
conventionele brandmeldcentrales.
Dankzij twee varianten met een alarmweerstand van 820 Ω en 470 Ω kan de melder
worden gebruikt met praktisch iedere conventionele brandmeldcentrale.
Een niet-afgeschermde kabel kan worden gebruikt als de primaire lijn.
Bedieningshandleiding
Systeemoverzicht | nl
7
F.01U.002.707 | 8.0 | 2011.10