ScHOORStEENPOt
De trek van het rookkanaal is ook afhankelijk van de geschiktheid van de schoorsteenpot.
Indien deze ambachtelijk vervaardigd wordt, is het derhalve noodzakelijk dat de uitgaande doorsnede overeenkomt met tweemaal de interne
doorsnede van het rookkanaal
De schoorsteenpot moet altijd hoger zijn dan de nok van het dak en moet de afvoer ook in aanwezigheid van wind kunnen waarborgen
3).
(Afbeelding
De schoorsteenpot moet voldoen aan de volgende eisen:
•
Een interne doorsnede hebben die gelijk is aan die van de schoorsteen.
•
Een nuttige uitgangsdoorsnede hebben van tweemaal de interne doorsnede van het rookkanaal.
•
zo vervaardigd zijn dat het binnendringen van regen, sneeuw of vreemde voorwerpen in het rookkanaal onmogelijk is.
•
moet eenvoudig te controleren zijn in het geval van eventuele onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
AANSLUItING OP DE ScHOORStEEN
De apparaten met een automatisch sluiting van de deur (type 1) moeten om veiligheidsredenen verplicht functioneren met de gesloten deur
van de vuurhaard (met uitzondering van de fase voor het laden van brandstof of de eventuele verwijdering van de as).
De apparaten met niet-automatisch sluitende deuren (type 2) moeten worden aangesloten op een eigen rookkanaal. De werking met
geopende deur is alleen onder strikt toezicht toegestaan.
De pijp voor de aansluiting op de schoorsteen moet zo kort mogelijk zijn, recht, horizontaal of enigszins stijgend en moet luchtdicht zijn.
De aansluiting op het rookkanaal moet worden uitgevoerd met stevige en robuuste pijpen die voldoen aan alle huidige normen, voorschriften
en wettelijke bepalingen, en moeten luchtdicht op de schoorsteen worden aangesloten.
De interne diameter van de verbindingspijp moet overeenkomen met de externe diameter van het aansluitstuk voor rookgasafvoer van het
apparaat (DIN 1298).
LEt OP: bij het aansluiten van het rookkanaal en voor wat betreft ontvlambare materiaal moeten de bepalingen van de norm
UNI10683 in acht genomen worden. Het rookkanaal moet op voldoende afstand geplaatst worden tot ontvlambare materiaal of
brandstoffen door middel van een geschikte isolatie of een isolerende luchtlaag. Minimale veiligheidsafstand 25 cm.
BELANGRIJK: De niet-gebruikte opening voor rookgasafvoer moet met de daarvoor bestemde dop worden afgesloten (zie
hoofdstuk AFmETINGEN).
De depressie van de schoorsteen (tREK) moet tenminste Pascal (raadpleeg de TECHNISCHE GEGEVENSBLAD). De meting moet altijd met
het warme apparaat worden uitgevoerd (nominaal verwarmingsvermogen).
wanneer de druk 17 20 Pa (=1.7 =2 mm waterkolom) overschrijdt, moet deze beperkt worden door middel van de installatie van een
aanvullende trekregelaar (vlinderklep) op de afvoerpijp of in de schoorsteen, in overeenkomst met de geldende normen.
Voor een goede werking van het apparaat is het van fundamenteel belang dat er in de ruimte van installatie voldoende
verbrandingslucht wordt ingevoerd (zie hoofdstuk VENTILATIE EN VERLUCHTING VAN DE INSTALLATIELOKALEN).
AANSLUItING OP HEt ROOKKANAAL VAN EEN OPEN HAARD OF VUURHAARD
Het rookkanaal is dat gedeelte van de pijp die het product op de schoorsteen aansluit. Bij de aansluiting moeten deze eenvoudige maar zeer
belangrijke beginselen in acht worden genomen:
•
Onder geen beding moet een rookkanaal gebruikt worden met een diameter die groter is dan de uitgangsstuk van het product;
•
Iedere horizontaal afgelegde meter van het rookkanaal veroorzaakt een aanzienlijk drukverlies en moet derhalve gecompenseerd
worden met een verhoging van de schoorsteen;
•
Het horizontale stuk mag de 2 meter nooit overschrijden (UNI 10683);
•
Iedere bocht van het rookkanaal beperkt aanzienlijk de trek van de schoorsteen, hetgeen eventueel met een verhoging van de
schoorsteen gecompenseerd moet worden;
•
De norm UNI 10683 - ITALIË schrijft voor dat de bochten of richtingswijzigingen niet meer mogen zijn dan 2, met inbegrip van de
invoering in de schoorsteen.
Indien er voor een open haard of vuurhaard een schoorsteen gebruikt moet worden, moet de kap onder het invoerpunt van het rookkanaal
hermetisch worden afgesloten. Pos. A
wanneer de schoorsteen te groot is (bijv. 30x40 of 40x50 cm) moet deze gekanaliseerd worden met een roestvrij stalen pijp met een minimale
diameter van 200mm, pos. B, en moet de resterende ruimte tussen de pijp en de schoorsteen direct onder de schoorsteenpot pos. c worden
afgesloten.
VENtILAtIE EN VERLUcHtING VAN DE INStALLAtIELOKALEN
Aangezien deze producten de verbrandingslucht onttrekken aan het ruimte van installatie, moet in deze ruimte VERPLIcHt voldoende lucht
worden ingevoerd. In geval van ramen en deuren die luchtdicht gesloten zijn (bijv. in huizen die met energiebesparende criteria gebouwd
zijn) is het mogelijk dat de toevoer van verse lucht niet gewaarborgd wordt, hetgeen van invloed zal zijn op de trek van het apparaat, uw
welzijn en uw veiligheid. Voor een goede werking van het apparaat is het VERPLIcHt dat er in de ruimte van installatie voldoende lucht voor
de verbranding en de zuurstoftoevoer van de ruimte zelf wordt ingevoerd. Dit betekent dat er, ook bij gesloten ramen en deuren, lucht voor
de verbranding moet kunnen circuleren via speciale openingen die met buiten communiceren.
De luchtinlaten moeten voldoen aan de volgende vereisten:
• beschermd zijn door middel van roosters, metalen netten enz. zonder evenwel de nuttige netto doorsnede te verminderen;
• uitgevoerd zijn zodat de onderhoudswerkzaamheden mogelijk worden;
10
2).
(Afbeelding
Afbeelding
5.
NEDERLANDS