Raadgevingen met betrekking tot de meting en de display
•
Als de eenheid vergrendeld lijkt te zijn (bevroren display). Het is mogelijk dat de Data
Hold-modus ongewild geactiveerd werd door op de MODE/HOLD-toets te drukken.
(Onderaan links staat dan "HOLD" op het LCD-scherm). Druk nogmaals op de
MODE-toets of zet de meter af en zet hem terug aan.
•
Voor een maximum nauwkeurigheid moet u de sonde voldoende tijd laten om de
temperatuur van het staal te bereiken alvorens te kalibreren. Dit zal aangegeven
worden door een stabiele temperatuuraflezing op de display.
Kalibratie - Geleidbaarheid
De meter moet periodiek op nauwkeurigheid nagekeken worden. Een keer per maand is
de aanbevolen cyclus bij een normaal gebruik. Als een kalibratie vereist is, is een
kalibratieoplossing voor de geleidbaarheid nodig. De meter kan in een van de drie
bereiken of in alle bereiken gekalibreerd worden. Kalibratieoplossingen van 84µS/cm,
1413µS/cm orf12.88mS/cm (12,880µS/cm) zijn noodzakelijk voor de
herkenningsprocedure van de automatische kalibratie. Er zijn geen andere
kalibratiewaarden toegelaten.
De kalibratie gebeurt altijd in de geleidbaarheidsmodus. Aangezien het zoutgehalte en de
TOD-waarden berekend worden op basis van de geleidbaarheidswaarden, kalibreert deze
procedure ook de bereiken van het zoutgehalte en de TOD.
1.
Vul een staalbeker met de kalibratieoplossing.
2.
Zet de meter AAN en plaats de elektrode in de oplossing. Tik of beweeg met de
elektrode in het staal om eventuele luchtbellen te verwijderen.
3.
Druk de CALL/RECALL-toets in en houd deze ingedrukt (ongeveer 2 seconden) tot
"CAL" op de onderste (temperatuur)display verschijnt. De hoofddisplay zal
beginnen knipperen.
4.
De meter zal de kalibratieoplossing herkennen en zal een overeenkomstige
kalibratie uitvoeren. De display zal kort "SA", "End" weergeven en zal na de
kalibratie terugkeren naar de meetmodus.
Opmerking: "SA" zal niet verschijnen als de kalibratie faalt.
5.
Het symbool "range calibrated" (gekalibreerd bereik) zal in de display verschijnen
voor elk bereik dat tijdens een cyclus gekalibreerd wordt.
Laag bereik , 84µS/cm
Medium bereik , 1413µS/cm
Hoog bereik, 12,88mS/cm (12,880µS/cm)
Opmerking: Telkens als men naar de kalibratiemodus gaat, worden alle kalibratiesymbolen
op de display verwijderd, maar zullen enkel de kalibratiegegevens voor het actueel
geselecteerd bereik vervangen worden. De twee andere bereiken behouden de bestaande
kalibratiegegevens. Het zijn enkel de symbolen die verwijderd worden. De kalibratie voor
de drie bereiken moet gebeuren terwijl de meter aan staat opdat de symbolen voor de drie
kalibratiebereiken zouden verschijnen.
Opmerking: De meter laat een kalibratie van 1, 2 of 3 punten toe. Als een kalibratie van
meer dan een punt uitgevoerd wordt, moet het laagste punt eerst gedaan worden om de
beste nauwkeurigheid te verkrijgen.
7
EC400-EU-NL-V2.3-2/11