•
Start/Pauze-indicatielampje gaat uit.
1. Druk op de aan/uit-toets om het apparaat te
deactiveren.
2. Open de deur van het apparaat.
3. Haal het wasgoed uit de trommel.
4. Sluit de deur van het apparaat.
Na afloop van een programma dient u
altijd het filter schoon te maken en het
waterreservoir te legen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WASGOED VOORBEREIDEN
•
Sluit de ritsen.
•
Sluit de drukknoopjes van dekbedovertrekken.
•
Laat bandjes of linten niet loshangen
(bijvoorbeeld de koorden van een schort). Maak
ze aan elkaar vast voordat u het programma
start.
•
Maak alle zakken leeg.
•
Als een kledingstuk een interne voering van
katoen heeft, draait u het geheel
binnenstebuiten. Zorg dat de katoenlaag altijd
aan de buitenkant zit.
•
Wij adviseren u het correcte programma te
kiezen voor het soort stof dat in het apparaat is
geplaatst.
Wasvoorschrift
Wasgoed dat in de droogautomaat kan worden gedroogd.
Wasgoed dat in de droogautomaat kan worden gedroogd. Stel het programma
met de standaard temperatuur in.
Wasgoed dat in de droogautomaat kan worden gedroogd. Stel het programma
met een lage temperatuur in.
Wasgoed dat niet in de droogautomaat kan worden gedroogd.
STAND-BYFUNCTIE
Om het energieverbruik te verlagen, schakelt deze
functie het apparaat automatisch uit:
•
Als na 5 minuten geen programma start.
•
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
•
Combineer geen stoffen met sterke kleuren en
stoffen met lichte kleuren. Sterke kleuren
kunnen doorlopen.
•
Gebruik een toepasselijk programma voor
katoenen jersey en gebreide kleding om te
voorkomen dat de kledingstukken krimpen.
•
Zorg dat het gewicht van het wasgoed niet
hoger is dan het maximale gewicht dat in de
programmatabel staat.
•
Droog alleen wasgoed dat in de droogautomaat
kan worden gedroogd. Zie de wasvoorschriften
op de kledingstukken.
Beschrijving
11