In- en uitschakelen
Opmerking:
Sluit deuren en ramen voor optimale zuiveringsprestaties�
•
Zorg ervoor dat er geen gordijnen in de omgeving van de luchtinlaat of luchtuitlaat hangen�
•
Steek het apparaat in het stopcontact; gebruik geen contactdoos�
•
1
Steek de Air Performer in een stopcontact�
2
Druk op
om de Air Performer in te schakelen�
» De Air Performer piept�
» '
' wordt tijdens het opwarmen weergegeven
op het scherm� Vervolgens toont de Air Performer
na het meten van de luchtkwaliteit de hoeveelheid
PM2,5�
3
Houd de knop
Performer uit te schakelen�
Opmerking: als de Air Performer op het stopcontact blijft aangesloten wanneer deze
is uitgeschakeld, onthoudt de Air Performer de instellingen wanneer deze weer wordt
ingeschakeld�
Oscillatie
Druk op de knop
Performer te activeren� Het apparaat kan oscilleren vanuit
deze hoeken: 45°, 90°,180°, 270°, 350° en UIT�
» De oscillatiehoek wordt op het scherm
weergegeven�
» Als er binnen 3 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd keert het apparaat terug naar het
normale display�
Functieschakelaar
U kunt kiezen tussen de circulatiefunctie ( ) en de ventilatorfunctie ( ) door op de
knop
te drukken� U kunt de ventilatorsnelheid handmatig aanpassen; zie sectie
'Ventilatorsnelheid instellen'�
NL
10
3 seconden ingedrukt om de Air
om de oscillatiefunctie in uw Air
Circulatiefunctie (
Deze functie verdeelt diffuse luchtstroom voor
optimale luchtcirculatie door de achterklep te
openen� Hierdoor worden de zuiveringsprestaties
gemaximaliseerd en wordt het gevoel van
verkoeling verlaagd� Bij hogere snelheden blaast
een zachte luchtstroom harder door de voorzijde
om de luchtzuivering te vergroten�
):