Installatievoorschrift Odense
4.2 Elektrische aansluiting
Plaats een wandcontactdoos 230VAC – 50Hz in de
buurt van de haard voor het aansluiten van de
Control box
Zie fig. 1.3a voor het bedradingsschema:
A = Adapter (6 V)
B = Gasregelblok
C = Ontvanger
D = Ontsteekpen
Zie fig. 1.3b voor het bedradingsschema met I.T.C.
(optioneel):
A = Adapter (6 V)
B = Gasregelblok
C = Ontvanger
D = Ontsteekpen
E = I.T.C. (Intelligent Technical Controller)
4.3 Smart-home installatie
Let op!
Dit is alleen mogelijk wanneer de haard is
uitgerust met I.T.C.!
De besturing kan met behulp van een Faber
Interface Unit (art.nr. A9323000) op een externe
bron, zoals een Domotica-systeem aangesloten
worden.
4.4 Voorbereiding van de haard
Haal de haard uit zijn verpakking.
Demonteer het frontglas (zie hoofdstuk 5)
en eventuele aanwezige sierlijsten.
Bewaar deze op een veilige plek en neem
de verpakte delen uit de haard.
Bereid de gasaansluiting op het
gasregelblok voor.
4.5 Plaatsen van de haard
Houd rekening met de installatie-eisen (zie
hoofdstuk 3). Zet het toestel op de juiste plaats en
stel deze waterpas. Neem hierbij de minimale
afstanden tot het toestel in acht (zie hoofdstuk 3).
Let op!
Er is enkel een afstelling van enkele
millimeters mogelijk.
4.6 Monteren rookgasafvoermaterialen
Monteer het rookgasafvoermateriaal volgens de
Installatiehandleiding die bij het toestel is geleverd
(artikelnummer 40011968).
De afstand tot brandbare materialen dient
min. 50mm te zijn, gerekend vanaf
buitenkant afvoermateriaal.
9 <
<
<
<
Begin nooit direct met inkortbaar
concentrisch afvoermateriaal op het
toestel.
Horizontale gedeelten moeten op afschot
naar de haard toe geïnstalleerd worden
(3 graden).
Bouw het systeem op vanaf de haard.
Indien dit niet mogelijk is kan er gebruik
gemaakt worden van een schuifbaar
tussenstuk.
Voor het pas maken van het
afvoersysteem moet men gebruik maken
van de 0,5m inkortbare pijp. Zorg dat de
binnenpijp altijd 15mm langer is dan de
buitenpijp. Gevel- en dakdoorvoer zijn ook
inkortbaar.
5
Glas uitnemen
5.1 Frontglas
Verwijder het gietijzeren raamframe. Dit
is mogelijk door het frame naar boven te
duwen en de onderzijde naar u toe te
trekken (fig. 1.5).
Plaats de zuignappen (fig. 1.8).
Verwijder de glasklemmen (fig. 1.6).
Verwijder het glas (fig. 1.7).
Het terugplaatsen van het glas gaat in omgekeerde
volgorde.
Let op!
Voorkom vingerafdrukken op het glas. Deze
zijn na inbranden niet meer verwijderbaar!
5.2 Zijglas (vanaf de binnenkant)
Voor het reinigen van het zijglas is het niet nodig
deze te verwijderen.
Verwijder het frontglas (zie hoofdstuk
5.1);
Verwijder de houtset;
Verwijder de 2 houtbloksteunen (fig. 2.0);
Verwijder de branderplaat (fig. 2.1);
Plaats een zuignap;
Verwijder de 4 glasklemmen (fig. 2.2);
Verwijder het zijglas (fig. 2.3).
Het terugplaatsen van het glas gaat in omgekeerde
volgorde.
Let op!
Voorkom vingerafdrukken op het glas. Deze
zijn na inbranden niet meer verwijderbaar!