Een klik laten weerklinken
1.
Druk op de [CLICK]-knop.
De klik in- of
Druk op de [F3]-knop.
uitschakelen
Draai aan de draaiknop.
Het tempo
wijzigen
Druk op de [SLOW] [FAST]-knoppen.
Druk op de [F1] (MENU)-knop. 0
De
maataanduiding
Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om "Beat"
wijzigen
te selecteren en draai aan de draaiknop.
MEMO
5 U kunt de klik ook in- en uitschakelen door de [ENTER]-knop
ingedrukt te houden en op de [CLICK]-knop te drukken.
5 Voor informatie over andere instellingen raadpleegt u de
"Data List" (PDF).
Meespelen of opnemen met een song
Meespelen met een song van een audiospeler of
mobiel apparaat
1.
Speel het geluid af van de audiospeler die is
aangesloten op de MIX IN-aansluiting of via Bluetooth.
2.
Druk op de [F2] (MIX IN)-knop om het volume van de
song aan te passen (p. 8).
Meespelen met een song
1.
Druk op de [SONG]-knop.
2.
Draai aan de draaiknop om een song te selecteren.
5 Telkens wanneer u op de [F1]-knop drukt, wisselt u tussen
interne songs, audiobestanden op de SD-kaart (p. 23), en
songs die zijn opgenomen op de SD-kaart (opgenomen
gegevens die u hebt geëxporteerd) (p. 10).
5 Door op de [F3]-knop te drukken om een vinkje toe te
voegen aan "GUIDE", kunt u het begeleidend geluid (de
kliktoon) laten weerklinken (p. 13).
Druk op de [ s ]-knop om het afspelen te starten.
3.
Referentie
Voor informatie over de interne songs raadpleegt u de "Data
List" (PDF).
Het algemene klankkarakter aanpassen
De galm aanpassen
De lage tonen aanpassen Draai aan de [BASS]-regelaar.
De hoge tonen aanpassen Draai aan de [TREBLE]-regelaar.
MEMO
5 AMBIENCE kan in detail worden aangepast in het menu
OTHER (p. 17).
5 In het menu SETUP (p. 20) kunt u de manier aanpassen
waarop BASS en TREBLE worden toegepast.
Het algemene volume aanpassen
Het algemene volume
aanpassen
De kit aanpassen
U kunt de kit aan uw eigen voorkeur aanpassen.
1.
Druk op een van de instrumentbewerkingsknoppen (zoals de
[ASSIGN]- of [LEVEL]-knop).
2.
Druk op de [PAD SELECT]-knop of sla op een pad om de pad te
selecteren die u wilt bewerken.
3.
Gebruik de functieknoppen, de [ ] [ ]-knoppen of
de draaiknop om de waarde te bewerken.
Oefenen in de Coach-modus
Door in de Coach-modus te oefenen, kunt u uw snelheid,
nauwkeurigheid en uithoudingsvermogen verbeteren.
1.
Druk op de [COACH]-knop.
2.
Druk op een functieknop om een oefenmenu te
selecteren.
Opnemen (p. 10)
Druk in het KIT-scherm op de [ t ]-knop.
1.
Druk op de [ s ]-knop om de opname te starten.
2.
Druk op de [ s ]-knop om de opname te stoppen.
3.
4.
Druk op de [F3] (EXPORT)-knop om de song op te slaan.
Bewerkingen tijdens het afspelen
[ s ]-knop
[ ] [ ]-knoppen
[SLOW] [FAST]-
knoppen
[ENTER]-knop
*1: Geef het interval op tussen A en B en laat herhaaldelijk afspelen.
1.
Druk op de [ENTER]-knop voor normaal afspelen en speel de song af.
2.
Druk op de [ENTER]-knop (geef A op) op het punt waarop u de
herhaling wilt laten beginnen.
3.
Druk op de [ENTER]-knop (geef B op) op het punt waarop u de
herhaling wilt beëindigen.
Handleiding (Paneelbeschrijvingen)
Draai aan de [AMBIENCE]-
regelaar.
Draai aan de [VOLUME]-
regelaar.
De song afspelen/stoppe
De song terugspoelen [ ]/ vooruitspoelen [ ]
Afspeelsnelheid van songs
Schakel opeenvolgend tussen afspelen in loops,
normaal afspelen en herhaaldelijk afspelen (A-B
Repeat) (*1).
14
pagina
11
pagina
9