Een kit aanpassen
De instellingen opslaan
Op dit apparaat worden uw bewerkingen automatisch
opgeslagen zodat u geen bewerking hoeft uit te
voeren om de instellingen op te slaan.
Instellingen worden ook opgeslagen wanneer u het
apparaat uitschakelt.
Hier leest u hoe u een afzonderlijk instrumentaal geluid
zoals de snaredrum of de kickdrum kunt bewerken.
Referentie
Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt raadpleegt u de "Data List" (PDF).
Een pad kiezen om te bewerken
Kiezen door op een pad te slaan
Om de instellingen voor een pad te bewerken, slaat u op de
pad om deze te selecteren.
Om de rand van een pad te selecteren, slaat u op de rand.
MEMO
Door de [PAD SELECT]-knop lang ingedrukt te houden
om de PAD SELECT-indicator te doen oplichten,
kunt u voorkomen dat de pad die u bewerkt, wordt
gewisseld. Dit is handig als u een frase afspeelt terwijl u
bewerkingen uitvoert.
Kiezen met de [PAD SELECT]-knop
U kunt de [PAD SELECT]-knop ook gebruiken om de pad te
selecteren die u wilt bewerken.
Telkens wanneer u op de [PAD SELECT]-knop drukt, wijzigt
de pad die u bewerkt. De PAD SELECT-indicator van de
geselecteerde pad licht op.
Een parameter instellen voor elke
aanslaglocatie ([F1] (H&R ON)-knop)
Op schermen waarop de [F1] (H&R ON)-knop wordt
weergegeven, kunt u op de [F1] (H&R ON)-knop drukken om
een vinkje toe te voegen zodat parameters, bijvoorbeeld
voor het vel en de rand, als een set kunnen worden
geselecteerd en bewerkt.
Als u het vinkje wist, kunt u het vel en de rand
(boog/rand/bel) afzonderlijk selecteren en opgeven.
* In de rechterbovenhoek van het scherm wordt de
huidige selectie aangeduid. Op dit moment kunt u
ook de [ENTER]-knop ingedrukt houden en op de [PAD
SELECT]-knop drukken om direct te wisselen tussen het
vel en de rand (boog/rand/bel).
14
Een instrument selecteren (ASSIGN)
Hier leest u hoe u het instrument dat door elke pad wordt
gespeeld, kunt selecteren.
1.
Druk op de [ASSIGN]-knop.
Het INST ASSIGN-scherm verschijnt.
2.
Selecteer de pad die u wilt bewerken.
3.
Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om de cursor te
verplaatsen naar de instrumentgroep of het
instrument en gebruik de draaiknop om een
instrument te selecteren.
4.
Druk op de [DRUM KIT]-knop om terug te
keren naar het KIT-scherm.
MEMO
5 Voor sommige instrumenten kunt u op de [F2]-knop
drukken en gedetailleerde instellingen maken.
5 Door op de [F3] (SUB)-knop te drukken, kunt u een
sub-instrument (laag) selecteren en de instellingen
ervan bewerken.
5 De aanbevolen instrumenten zijn als een set geselecteerd
afhankelijk van het instrument dat u selecteert.
5 Als voor de [F1] (H&R ON)-knop een vinkje wordt
weergegeven, kunt u de instrumenten voor het
vel en de rand enzovoort als een set selecteren.
Afhankelijk van het instrument dat u selecteert, zijn de
aanbevolen instrumenten als een set geselecteerd.
5 Voor meer informatie over de instrumenten die u kunt
selecteren en hun parameters raadpleegt u de "Data
List" (PDF).
Het volume van elke pad regelen (LEVEL)
Hier leest u hoe u het volume en de pan (stereopositie)
voor elke pad kunt aanpassen.
1.
Druk op de [LEVEL]-knop.
Het INST LEVEL-scherm verschijnt.
2.
Selecteer de pad die u wilt bewerken.
3.
Draai aan de draaiknop om de waarde te
bewerken.
Knop
Parameter Uitleg
[F2] (VOLUME)-
VOLUME
knop
[F3] (PAN)-knop PAN
4.
Druk op de [DRUM KIT]-knop om terug te
keren naar het KIT-scherm.
Naam
instrumentgroep
Naam instrument
Regelt het volume van
elke pad.
Regelt de stereopositie
van elke pad.