Als u problemen met de DCP hebt
Als u denkt dat er een probleem is met de DCP, controleer dan de
onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
In het Brother Solutions Center vindt u de meest recente FAQ's en
tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com.
PROBLEEM
Problemen met de printer
Geen print
Slechte afdrukkwaliteit.
Witte horizontale lijnen in tekst
of grafische afbeeldingen.
De afdrukken zijn allemaal wit.
De DCP print blanco pagina's.
Afgedrukte tekst of
afbeeldingen staan scheef.
SUGGESTIES
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de DCP en
de computer.
Een of meer inktpatronen zijn leeg. (Raadpleeg De inktpatronen
vervangen op pagina 5-20.)
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Raadpleeg
Foutmeldingen op pagina 5-1.)
De afdrukkwaliteit controleren (Raadpleeg De afdrukkwaliteit
controleren op pagina 5-11.)
Zorg dat de instellingen voor de papiersoort in de
printerstuurprogramma of het menu overeenkomen met het door u
gebruikte type papier. (Raadpleeg Mediatype op pagina 1-8 in de
softwarehandleiding op de CD-ROM en Het type papier instellen op
pagina 2-12.)
Controleer of de uiterste verbruiksdatum van uw inktpatronen misschien
is verstreken. Patronen zijn ongeveer twee jaar houdbaar in hun
originele verpakking, daarna kan de inkt opdrogen. Op de verpakking
staat vermeld hoe lang de patroon houdbaar is.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Raadpleeg Over papier op pagina
1-6.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor de DCP is tussen 20°C en
33°C.
Reinig de printkoppen. (Raadpleeg De printkop reinigen op pagina 5-10.)
Gebruik het aanbevolen type papier. (Raadpleeg Over papier op pagina
1-6.)
Als er horizontale lijnen verschijnen wanneer u normaal papier gebruikt,
gebruik dan de stand 'Normaal printen versneld' waardoor er op
sommige types normaal papier geen strepen ontstaan. Klik op
'Instellingen' in het tabblad 'Normaal' van de printerdriver en selecteer
'Normaal printen versneld'.
Als er horizontale lijnen blijven verschijnen, wijzig dan het geselecteerd
type papier in 'Langzaam drogend papier' in het tabblad 'Normaal' van
de printerdriver om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
De machine drukt niets af. (Raadpleeg De printkop reinigen op pagina
5-10.)
De uitlijning controleren. (Raadpleeg De uitlijning controleren. op pagina
5-13.)
Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst in de papierlade en dat
de papiergeleiders aan de zijkant en de achterkant goed staan
afgesteld. (Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op
pagina 1-11.)
PROBLEMEN OPLOSSEN EN ROUTINEONDERHOUD 5 - 6