7 Elektrische installatie
c
Vloeistofleiding (met isolatie) (lokaal te voorzien)
d
Gasleiding (met isolatie) (lokaal te voorzien)
e
Naad van de thermische leidingisolatie naar boven
f
Vinyl tape (lokaal te voorzien)
3 Isoleer de koelmiddelleiding, de kabel tussen de units en de
afvoerslang
op
de
binnenunit:
koelmiddelleiding en kabel tussen de units
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd.
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
6.2.2
Verbindingen van koelmiddelleidingen
controleren op lekkage na het vullen van
koelmiddel
1 Voer
de
lektesten
uit
montagehandleiding van de buitenunit.
2 Vul met koelmiddel.
3 Controleer op koelmiddellekken na het vullen (zie hieronder).
Dichtheidstest van lokaal gemaakte koelmiddelverbindingen
binnen
1 Gebruik een lektestmethode met een minimum gevoeligheid
van 5 g koelmiddel/jaar. Testlekken met een druk van minstens
0,25 keer de maximale bedrijfsdruk (zie "PS High" op het
naamplaatje van de unit).
Wanneer een lek is gedetecteerd
1 Tap het koelmiddel af, repareer de verbinding en herhaal de
test.
7
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit
kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik
GEEN
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van
koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn
aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
Montagehandleiding
8
Zie
"8.1 Afvoerleiding,
isoleren" [ 4 9].
volgens
de
instructies
in
servicevertegenwoordiger
lokaal
aangekochte
elektrische
7.1
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
OPMERKING
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te
gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai
de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde
krimpklem. Meer informatie vindt u in "Richtlijnen voor het
aansluiten van de elektrische bedrading" in de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Onderdeel
Kabel tussen de
units
(binnen↔buiten)
de
Aardlekschakelaar /
reststroomonderbre
ker
7.2
Elektrische bedrading aansluiten
op de binnenunit
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
▪ Houd de voedingskabel en de transmissiekabel van
elkaar gescheiden. De transmissiebedrading en de
voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
▪ Beide bedradingen moeten ALTIJD op minstens 50 mm
of
van elkaar worden gehouden om eventuele elektrische
storingen te voorkomen.
De elektrische bedrading moet worden uitgevoerd zoals beschreven
in de montagehandleiding en conform met de nationale elektrische
bedradingsvoorschriften of de reglementen.
1 Plaats de binnenunit op de haken van de montageplaat. Maak
hierbij gebruik van de " "-aanduidingen.
a
b
c
d
a
Montageplaat (accessoire)
b
Stuk verpakkingsmateriaal
c
Verbindingskabel
d
Kabelgeleiding
Spanning
220~240 V
Draaddikte
Gebruik alleen
geharmoniseerde draad met
dubbele isolatie en geschikt
voor de toepasselijke
spanning
4-aderige kabel
Minimum 1,5 mm²
MOET voldoen aan de nationale
bedradingsvoorschriften
CTXA-C(W)(B)(S) + FTXA-C(W)(B)(S)
Daikin kamerairconditioner
3P697375-6B – 2023.05