6/.
Beschrijving apparaat
7/.
Informatie over beschikbare parameters
Impulsduur (μs)
Afhankelijk van de impulsduur neemt de gevoeligheid van de patiënt voor de geleverde stroom toe; bij
de instelling van de intensiteit moet hier rekening mee gehouden worden. Door de combinatie van de
impulsduur en de intensiteit kunnen verschillende groepen zenuwvezels gestimuleerd worden. Een
langere impulsduur is vooral geschikt om het motorische zenuwsysteem te stimuleren. Een kortere
impulsduur stimuleert het sensorische zenuwsysteem. De keuze van de impulsduur is mede
afhankelijk van de gekozen stimulatievorm.
Frequentie (Hz)
De instelling van de frequentie is afhankelijk van de keuze tussen een snelle en kortere werking of een
langzamere maar langduriger werking. Hogere frequenties ( > 80Hz.) bieden een snellere werking, die
na afloop van de stimulatie ook sneller afneemt. Bij lagere frequenties (< 10 Hz) duurt het langer voor
de werking optreedt, maar die houdt na afloop van de stimulatie langer aan.
Stimulatievormen
Continue Stimulatie: de parameterinstellingen blijven gedurende de therapietijd ongewijzigd.
Burst: series van impulsen in blokken met een interne frequentie van 100Hz.
Modulatiepatronen: de frequentie en/of de impulsduur en/of het actieve kanaal varieert in een cyclisch
patroon met een interval. De cyclus herhaalt zich.
Intensiteit
De gevoeligheid voor stroom verschilt per individu. Met de intensiteitregelaar(s) wordt de
stroomsterkte per kanaal ingesteld.
De instelling van de intensiteit algemeen.
TENS: Een lichte prikkeling voldoet. De sterkte van de stroom blijft onder de pijngrens.
EMS: Het beeogd doel is een duidelijk spiersamentrekking (contractie) of ontspanning (relaxatie).
Instelling van de intensiteit bij Burst (TENS).
Bij Burst kan een stroomsterkte worden gekozen die tot lichte samentrekkingen van spieren leidt.
6
1. Aansluiting voor kabeltje
2. Aan-/Uit schakelaar
3. Beeldscherm / Display
4. Modulaties keuzeknop
5. SET: Parameters kiezen en
met toetsen 6 en 7 instellen
6. Instelling (waarde) verhogen
7. Instelling (waarde) verlagen
8. Intensiteit per kanaal verhogen
9. Intensiteit per kanaal verlagen
10. Riemklem
11. Batterijkoordje
12. Batterijvak
13. Vergrendeling toetsen
1. Intensiteit (mA – Amplitude)
2. Modus (Modulatie)
3. Parameterinstelling
4. Stimulatietype: TENS of EMS
5. Batterij-aanduiding (leeg)
6. Toetsenvergrendeling geactiveerd