Contra-Indicaties & Veiligheid Het gebruik van elektrostimulatie kan gevaarlijk zijn voor patiënten met pacemakers. TENS en NMS/EMS-apparatuur dient niet te worden toegepast op kwaadaardige tumoren. Speciale aandacht en voorzichtigheid is vereist bij het gebruik van stimulatie: na een recente chirurgische ingreep waarbij spiercontracties het genezingsproces kunnen verstoren;...
Algemene Beschrijving / Toepassing / Indicaties Dit apparaat is een transcutane elektrische zenuw- (= TENS) en spierstimulator (= EMS of NMS). Op elke uitgang kan via de bijgeleverde kabels een tweetal elektroden worden aangesloten. De stimulatiepulsen worden vanaf het apparaat via de kabels aan de elektroden doorgegeven. De intensiteit, duur en het aantal pulsen per seconde kunnen worden aangepast.
Pagina 4
Kanalen twee; geïsoleerd tussen de kanalen Intensiteit regelbaar in 99 stappen van 0 tot 100 mA Impulsvorm asymmetrisch, bifasisch, rechthoek Uitgangsspanning regelbaar, 0-50V. max. (piek-piek); bij een weerstand van 500 Ohm per kanaal Uitgangsstroom constant Voeding 9 Volt alkaline batterij; type 6F22 Afmetingen 118 mm(L) x 60 mm(B) x 31 mm(H) Gewicht...
De dosering van het aantal behandelingen TENS: Voor een optimaal effect is het van belang 2 tot 3 maal per dag 20 tot 45 minuten te stimuleren. Te vaak en/of te lang stimuleren kan tot een verhoogde pijngewaarwording dan wel tot gewenning aan de externe impuls leiden.
10/. (Elektrode-) Kabels Overtuig u ervan, dat het apparaat is uitgeschakeld. Sluit dan de elektroden aan de kabeltjes en vervolgens de kabeltjes aan het apparaat aan, zoals hieronder wordt afgebeeld. Er kan met één of met twee kanalen gelijktijdig worden gewerkt. Verwijder de folie pas van de elektroden als u de elektroden op de huid plaatst.
Pagina 9
4. Parameter instelling Druk herhaald op de ‚SET‘ toets om de gewenste parameter in te stellen. Als de gewenste parameter knippert, kunt u de waarde met instellen. Met de Intensiteit-toetsen bepaalt u de gewenste Intensiteit (beschikbaar: 99 niveaus). 5. Een TENS stimulatieprogramma instellen Nadat u de kabel(s) hebt aangesloten en de elektroden op de huid geplaatst, schakelt u het apparaat in.
Pagina 10
Impulsduur (PW) instellen Regelbaar van 50 tot 300 µS. (microseconden). Met de ‚SET‘ en toetsen stelt u de gewenste impulsduur in. Width = Impulsduur (PW) Frequentie (PR) instellen Regelbaar van 2 tot 150 Hz. (= aantal pulsen per seconde). Met de ‚SET‘ en toetsen stelt u de gewenste frequentie in.
Geheugenfunctie: Houd de Mode ingedrukt, terwijl u met de Aan/Uit toets het apparaat inschakelt. De display toont de tijdsduur van de laatste sessie. Druk nogmaals op de Mode-toets; de display toont de som van de individuele sessies (totale tijdsduur). U kunt nu het geheugen wissen door de Set-toets 2 seconden lang in te drukken. Enkele sessie Totaal sessies 12/.