C. PASVORM EN GEBRUIK
4. UW GEZICHTSVELD CONTROLEREN
Sommige helmen belemmeren of blokkeren uw gezichtsveld als u naar
links, rechts, omhoog of omlaag kijkt.
WAAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat u goed genoeg kunt zien om uw voertuig veilig
te kunnen besturen.
5. DE MAAT VAN DE HELM TESTEN
Plaats uw handen aan weerszijden van de helm. Probeer, terwijl
u uw hoofd zo stil mogelijk houdt, de helm van links naar rechts en
vervolgens op en neer te bewegen. Als u de helm beweegt, zou u moeten
voelen dat de helm over uw hoofdhuid en langs uw gezicht beweegt.
Als dit niet het geval is of als u de helmpads over uw hoofd voelt schuiven,
dan is de helm te groot. Als de helm knelt of pijn doet, is hij te klein.
6. DE KINRIEM VASTMAKEN
Trek de riem onder de kin aan. De riem moet strak tegen uw kaak zitten.
7. DE MAAT VAN DE KINRIEM TESTEN
• Leg uw handen op de achterkant van de helm en probeer de helm naar
voren toe van uw hoofd te schuiven.
• Leg uw handen op de voorkant van de helm boven uw voorhoofd
(of op de kinbescherming) en duw.
• Als u de helm van uw hoofd kunt duwen, probeert u een andere maat of
model.
Herhaal stap 1 t/m 6 totdat u een helm vindt die goed en stevig
op uw hoofd past.
3. DE HELM AFZETTEN
1. Maak de kinriem los.
2. Houd de uiteinden van de kinriem vast en trek ze van elkaar af.
3. U kunt de helm nu zonder moeite afzetten.
We adviseren u de kinriem te sluiten nadat u de helm hebt afgezet
om te voorkomen dat u krassen maakt op oppervlakken waar u de helm
op zet.
10