Inhoudsopgave
Advertenties
9.
Storingen
Let op: Probeer niet om de storingen te verhelpen met behulp van niet-gekwalificeerd personeel.
Storing
De ontvochtiger start niet
De ontvochtiger werkt, maar geeft
geen water
Het apparaat maakt veel geluid en
trilt
De compressor start niet
Het apparaat wordt erg heet, verliest
capaciteit
Het controlelampje brand
• Wacht na alle onderhoudswerkzaamheden minimaal 3 minuten.
• Schakel het apparaat daarna weer in.
• Indien het apparaat nog niet naar behoren werkt, neem dan contact op met de dealer waar u de ontvochtiger heeft aan-
geschaft.
10.
Garantie
• De fabrikant geeft een 1 jarige fabrieksgarantie vanaf de aankoopdatum op alle onderdelen behalve de voedingskabel.
• Bij iedere wijziging zowel elektrisch als mechanisch, alsmede misbruik van het apparaat d.m.v. verkeerd voltage gebruik,
komt de garantie te vervallen.
• Om onder garantie vervangende onderdelen te verkrijgen dient u het aankoopbewijs te kunnen overleggen.
Storing opheffen
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer het vulpeil van het condensreservoir, indien nodig leegmaken.
• Controleer de het reservoir goed is geplaatst.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het toegestane werkbe-
reik van het apparaat.
• Controleer de vlotter in het reservoir op vervuilingen.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
• Controleer de vlotter in het reservoir op vervuilingen. De vlotter moet soepel
bewegen.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het toegestane werkbe-
reik van het apparaat.
• Controleer het luchtfilter op vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen
• Het apparaat kan net een automatische ontdooiing uitvoeren. Tijdens dit proces
vindt er geen ontvochtiging plaats.
Controleer of het apparaat rechtop en/of stabiel staat.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het toegestane werkbe-
reik van het apparaat.
• Controleer of de relatieve ruimteluchtvochtigheid overeenkomt met de techni-
sche gegevens.
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen.
Leeg het waterreservoir
9
Advertenties
Inhoudsopgave
