Bedieningshandleiding
Veiligheidsschakelaar met hefboom en nok
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
2. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de bediensleutel
in de schakelaar
3. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
5.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de bediensleutel
in de schakelaar
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en de -aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
T.C 235
T.C 236
5