3. Installatie
3.1. Montage
1. Schakel de netspanning uit.
2. Sluit de ventilator elektrisch aan zoals eerder
omschreven en plaats deze in het kanaal.
3. Schakel de netspanning weer aan.
Let op de luchtstroomrichting, zie pijl op de zijkant
van de ventilator! De aanzuig- en uitblaasopening
dienen te allen tijde te worden afgewerkt met een
rooster.
3.2. Elektrische aansluiting
De ventilatoren zijn dubbel geïsoleerd en hoeven
daarom niet geaard te worden. De ventilator
moet met behulp van een dubbelpolige schakelaar
(3 mm contactopening) op het net worden
aangesloten. Schakel eerst de netspanning uit!
Door het dekseltje los te nemen (één schroefje)
kan men de aansluitleiding op de kroonsteen
monteren. Leidt de twee-aderige draad door de
meegeleverde ronde tule en plaats deze in de
'diepe' sleuf in het apparaat, sluit de draden aan
op de kroonsteen en plaats de trekonderbreking
met behulp van de twee schroefjes. Schroef
vervolgens het dekseltje weer vast. De aansluit-
leiding dient dicht bij de ventilator het kanaal te
verlaten, via de meegeleverde tule en daarna op
een vaste muurdoos te worden aangesloten.
3.3. Aansluitschema's
IV-100
|
7