• Insufflatie van onderhuids weefsel
• Retractie veroorzaakt door bevriezing naast openingen
• Kraakbeenafwijking tijdens de behandeling van de
neus of het oor
• Infectie
• Conjunctivale ectopie door behandeling van het ooglid
• Milia
• Verzonken of atrofische littekens
Praat met uw patiënten.
Informeer de patiënt dat er een pijnsensatie zal zijn die
vergelijkbaar is met een balpen die op de huid wordt
geduwd. Over het algemeen is er tijdens de eerste paar
seconden weinig of geen ongemak wanneer u behandeling
van gezond weefsel kunt vermijden. Het ijs bereikt na enige
tijd de caudale omvang van de laesie, afhankelijk van de
diepte van de laesie. Vanaf dat moment kan de patiënt
een pijnsensatie ervaren. Dit kan het moment zijn om de
behandeling te stoppen. Afhankelijk van het comfortniveau
van de patiënt en na klinische evaluatie van de operatie
kunt u eventueel een paar seconden extra toevoegen. Na
de behandeling kan het nog enkele minuten blijven prikken.
Af en toe kan zich een blaar vormen, die een paar uur kan
aanhouden.
GEBRUIK VAN HET INSTRUMENT:
Stap 1
Een nieuw patroon laden
De patronen zijn verpakt in peelblisterverpakkingen met
telkens een gemonteerde filter/opener. De filters worden
gebruikt ter bescherming van de applicator, de opener voor
het doorprikken van het patroon.
De CryoPen M kan alleen worden gebruikt met
N
O-patronen van 8g.
2
De CryoPen X+ en CryoPen O+ kunnen worden gebruikt
met N
O-patronen van 16g en met N
2
8g, dankzij de 8/16g-adapter. Zorg ervoor dat er geen
andere onderdelen meer in de holte zitten. Open de
peelblisterverpakking. Neem de filter/opener eruit met het
pincet. Hou het uiteinde van de punt van de CryoPen naar
beneden gericht. Plaats de filter/opener in het instrument
en zorg ervoor dat hij plat op de bodem van de laadholte
rust.
De trocar van de opener moet naar boven gericht zijn.
Neem het patroon en plaats het in de holte met de smalle
kant naar beneden, bovenop de filter/opener.
JA
O-patronen van
2
NEE
Installatie van de gemonteerde filter/opener
45