Installatiegids
Nederlands – mei 2002
Inleiding
Deze installatiegids bevat aanwijzingen voor installatie,
opstarten en afstelling. U kunt de handleiding aanvragen
bij
het
plaatselijke
verkoopvertegenwoordiger van Fisher. De handleiding is
ook verkrijgbaar op www.FISHERregulators.com. Zie voor
meer informatie:
Handleiding
voor
type
D101770X012.
Dampterugwinningsregelaars van het type Y696 worden
gebruikt om een constante inlaatdruk (gasmantel) te
handhaven, waarbij de uitlaat naar een systeem stroomt
waarvan de druk lager is dan de druk bij de inlaat.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden
voor drukapparatuur in de volgende categorieën van
Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook
buiten de Richtlijn Drukapparatuur om gebruikt worden
mits daarbij de juiste methoden (sound engineering
pratices, SEP) gevolgd wordt overeenkomstig de
onderstaande tabel.
A
F
M
E
T
N I
G
E
N
P
R
O
D
U
C
T
C
D
N
4
0
e
n
5
0
1 (
1 -
2 /
e
n
2
i -
c n
) h
Specificaties
Afmetingen klephuis en soorten eindaansluiting
DN 40 x 40 of DN 50 x 50 (1-1/2 x 1-1/2 of 2 x 2-
inch) NPT geschroefd
Maximale inlaat- en uitlaatdruk
1 bar (15 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
(1)
Uitlaatdrukbereik
5 tot 12 mbar (2 tot 5 inches w.c.), 12 tot 37
mbar (5 tot 15 inches w.c.), 20 tot 69 mbar (8
inches w.c. tot 1 psig), 0,07 tot 0,19 bar (1 tot
2,8 psig), 0,14 tot 0,24 bar (2 tot 3,5 psig) en 0,3
tot 0,5 bar (4 tot 7 psig)
(1)
Temperatuurbereik
Nitril: -29 tot 66°C (-20 tot 150°F)
Fluorelastomeer: +5 tot 149°C (+40 tot 300°F)
Installatie
Een regelaar mag uitsluitend door erkende
vakmensen geïnstalleerd en onderhouden
worden. Regelaars moeten geinstalleerd, bediend
en onderhouden worden overeenkomstig
internationale en andere geldende normen en
overeenkomstig de aanwijzingen van Fisher.
1. De druk- en temperatuurlimieten in deze installatiegids en alle andere geldende
normen en limieten mogen niet overschreden worden.
verkoopkantoor
of
Y696,
formulier
5312,
A
T
E
G
O
R
E I
Ë
N
T
Y
P
E
V
L
O
E
S I
T
O
I
1
(1)
www.FISHERregulators.com
Als er medium uit de regelaar ontsnapt of zich
lekkage voordoet in het systeem, is service
vereist. Als u de regelaar niet onmiddellijk uit
bedrijf neemt, kan dit een gevaarlijke situatie
de
veroorzaken.
Persoonlijk letsel, schade aan apparatuur en
lekkage door een ontsnappend medium of het
barsten van onderdelen onder druk kan zich
voordoen bij een te hoge druk in de regelaar,
installatie bij die omstandigheden die de limieten
in
het
gedeelte
overschrijden of omstandigheden die de
specificaties van aangrenzende pijpen of
pijpverbindingen overschrijden.
Gebruik
drukontlastvoorzieningen
drukbegrenzers (volgens de geldende normen en
regels) om te voorkomen dat de omstandigheden
de limieten overschrijden en om letstel en schade
te voorkomen.
Daarnaast kan materiële schade aan de regelaar
en ontsnappend medium resulteren in persoonlijk
letsel en schade aan materiaal. Installeer de
regelaar op een veilige plek om letsel en schade
te vermijden.
F
Maak vóór de installatie alle leidingen van de regelaar
schoon en controleer of de regelaar tijdens vervoer niet is
beschadigd en of er geen vreemde stoffen in de regelaar
terecht gekomen zijn. Voor NPT-schroefdraden: breng
afdichtingsmiddel aan op de uitwendige schroefdraden.
Voor flenzen: gebruik geschikte flenspakkingen en
monteer pijpen en bouten op vakkundige wijze. U kunt de
regelaar in elke gewenste positie installeren (tenzij anders
aangegeven), maar zorg dat de stroming door het klephuis
in de richting van de pijl gaat.
Het is belangrijk dat de regelaar zo geïnstalleerd is
dat het ontluchtingsgat in het veerhuis nooit
belemmerd word. Bij buiteninstallatie mag de
regelaar niet te dicht bij het verkeer geplaatst
worden. Zorg dat er geen water, ijs en andere
vreemde materialen via de ontluchting in het
veerhuis terechtkomen. Plaats de regelaar niet
onder een dakrand of regenpijp en zorg dat de
regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen druklimieten zijn op de naamplaat van de
regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk groter is
dan de maximaal toegestane uitlaatwerkdruk, moet er
overdrukbeveiliging
Overdrukbeveiliging moet ook aangebracht worden als
de regelaarinlaatdruk groter is dan de veilige werkdruk
voor apparatuur stroomafwaarts.
Zelfs als de regelaar onder de maximale druklimiet
gebruikt word, kunnen externe bronnen schade
veroorzaken en kunnen er losse stukken in de leiding
terechtkomen. De regelaar moet op schade gecontroleerd
worden na elke overdruksituatie.
Type Y696
Specificaties
kunnen
Opmerking
aangebracht
worden.
of