INSTALLATIE
1.
Het apparaat is ontworpen voor onzichtbare installatie aan het plafond.
2.
Er zijn gaten op het apparaat voor het ophangen ervan. Zie a.u.b. Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3.
3.
Verzekert u zich ervan dat de bovenkant van het apparaat op één niveau is.
ISOLATIE
1.
Het isolatieontwerp en de materialen moeten voldoen aan de lokale en nationale wetgeving en
regelgeving.
2.
Buizen voor gekoeld water en alle onderdelen op de buizen moeten geïsoleerd worden.
3.
Het is ook nodig om het luchtkanaal te isoleren.
AANSLUITING OP HET LUCHTKANAAL
1.
De daling in de druk van de circulatielucht. moet binnen de Externe Statische Druk zijn.
2.
Gegalvaniseerde stalen luchtkanalen zijn geschikt.
3.
Verzekert u zich ervan dat er geen lekkage van lucht is.
4.
Luchtkanalen moeten tegen brand betsndig zijn. Kijk naar de nationale en locale regelgeving voor het
betrokken land.
BESCHERMING VAN DE BUIZEN
1.
Gebruik geschikte hulpstukken zoals waterbuisaansluitingen die in de schets en afmetingen vermeld
zijn.
2.
De waterinlaat is aan de onderkant. terwijl de uitlaat aan de bovenkant is.
3.
De aansluitng moet bedekt worden een rubberweefsel om lekkage te vermijden.
4.
De afvoerpijp kan van PVC of staal zijn.
5.
De aandraaingstorsie moet niet te strak zijn wanneer men de waterbuizen aansluit. om vervorming van
het koper of lekkage van water te voorkomen bij een barst als gevolg van torsie.
6.
De voorgestelde helling van de afvoerpijp is tenminste 1:50.
BEDRADING
1.
De aansluiting van de bedrading moet egdaan worden overeenkomstig het bedradingsschema op het
apparaat.
2.
Het apparaat moet een goede AARDING hebben.
3.
Een geschikt apparaat voor snoerontlasting moet gebruikt worden om de stroomkabels aan de
aansluitdoos te kunnen vastmaken.
4.
Een 7/8"-gat werd ontworpen op de aansluitdoos voor veldinstallatie van het snoerontlastingsapparaat.
5.
De veldbedrading moet gedaan worden volgens nationale veiligheidsregelgeving.
6.
Een hoofdschakelaar of andere methode voor ontkoppeling. die een scheiding hebben van de contacten
bij alle polen. moet geïncorporeerd worden in de vaste bedrading overeenkomstig relevante locale en
nationale wetgeving.
18