die zich binnen het bereik bevinden, worden
weergegeven op het scherm.
Apparaatpictogrammen zijn:
telefoon,
en
een ander apparaat.
Als u de zoekopdracht wilt onderbreken, kiest u Stop.
3
Selecteer het apparaat waarmee u verbinding
wilt maken.
4
Als paarvorming met het andere apparaat is vereist,
hoort u een geluidssignaal en moet u een wachtwoord
opgeven. Zie 'Apparaten paren' op pag. 102.
5
Als de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt
het bericht
Gegevens worden
In
Verzonden
in
Berichten
bewaard die via Bluetooth zijn verzonden.
Tip! Het kan zijn dat bij het zoeken naar apparaten
voor sommige apparaten alleen de unieke adressen
worden weergeven (apparaatadressen). Als u wilt
weten wat het unieke adres van het apparaat is,
geeft u de code *#2820# op in de stand-by modus.
Apparaten paren
Als u de weergave voor gekoppelde apparaten wilt
openen (
), drukt u in de hoofdweergave van
Bluetooth
op
.
102
computer,
audio- of videoapparaat
verzonden.
worden geen berichten
Stel voor de paarvorming uw wachtwoord in (1-16 cijfers)
en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af
hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder
gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat
in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor
eenmalig gebruik.
Selecteer
Opties
>
Nw gekoppeld app.
aan een ander apparaat wilt koppelen. Apparaten met
draadloze Bluetooth-technologie die zich binnen het
bereik bevinden, worden weergegeven op het scherm.
Selecteer het apparaat en voer het wachtwoord in.
Op het andere apparaat moet hetzelfde wachtwoord
worden ingevoerd. Vervolgens wordt het apparaat
opgeslagen in de weergave voor gepaarde apparaten.
Gepaarde apparaten zijn te herkennen aan het symbool
in de lijst met apparaten.
Als u gekoppelde apparaten wilt instellen als geautoriseerd
of niet geautoriseerd, gaat u naar een apparaat en kiest
u een van de volgende opties:
Geautoriseerd—Verbindingen tussen uw apparaat en dit
apparaat kunnen tot stand gebracht worden zonder uw
medeweten. U hoeft de verbinding niet afzonderlijk te
accepteren of autoriseren. Gebruik deze optie voor uw
eigen apparaten, zoals uw compatibele hoofdtelefoon
of pc of voor apparaten van mensen die u vertrouwt.
geeft geautoriseerde apparaten aan in de weergave
voor gekoppelde apparaten.
als u het apparaat