Basisinstellingen uitvoeren
Displayverlichting in-/uitschakelen
Druk kort op de verlichtingstoets (9), voor het in-/uitschakelen
van de displayverlichting.
Alarm in-/uitschakelen
Druk lang op de toets signaaltoon aan/uit, voor het
in-/uitschakelen van de signaaltoon.
Meting afbreken en weergave wissen
Druk kort op de wistoets (8), om de actuele meting af te breken,
resp. om de weergegeven meetwaarden te wissen.
Referentiewaarde instellen
Het apparaat meet telkens de totale afstand, uitgaande van het
referentiepunt. Is bijv. de achterkant van het apparaat ingesteld
als het referentiepunt, wordt de lengte van het apparaat
meegemeten. Standaard is de achterkant van het apparaat
vastgelegd als het referentiepunt. U kunt het referentiepunt
echter ook verplaatsen naar de voorkant van het apparaat. Ga als
volgt te werk:
• Druk lang op de referentietoets (9), om het referentiepunt te
verplaatsen naar de voorkant van het apparaat.
=> Elke keer dat het referentiepunt wordt verplaatst, klinkt
een signaaltoon. Daarnaast verschijnt de markering
referentiewaarde voor (26).
De referentiewaarde wordt na het uit- en weer inschakelen
automatisch weer verplaatst naar de achterkant van het
apparaat.
Eenheden omschakelen
• Druk lang op de eenhedentoets (10) voor het omschakelen
van de eenheid voor de meetwaarden. De eenheden ft, in. en
m zijn beschikbaar.
• Druk kort op de eenhedentoets (10), voor het omschakelen
tussen oppervlakte-eenheden (ft
3
3
(ft
, m
).
Hellingshoek weergeven
• Druk lang op de toets hellingshoek (7).
– De hellingshoek van het apparaat wordt op het display in de
weergave hellingshoek (21) weergegeven.
Meetwaarden uit reeks oproepen
Het apparaat slaat automatisch de laatste 10 meetwaarden op.
De opgeslagen meetwaarden kunnen als volgt worden
opgeroepen:
1. Druk lang op de geheugentoets (6), om de reeks op te
roepen.
2. Druk kort op de min-toets (6) resp. de plus-toets (11), om
door de reeks te navigeren en de opgeslagen meetwaarden
op te roepen.
3. Door het kort drukken op de wistoets (8) of op de
meettoets (5), komt u weer terug in het normale meetmenu.
NL
2
2
, m
) en volume-eenheden
Bedieningshandleiding – laserafstandsmeetapparaat BD20
Metingen uitvoeren
Gevaar door laserstraling!
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare bereik
en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende straal)
maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij langer direct
in de laserstraal kijken (meer dan 0,25 seconden) kan
netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld in
de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
Individuele afstandsmetingen uitvoeren
1. Druk kort op de inschakel-/meetknop (5), om de laser te
activeren.
2. Richt de laser op het doeloppervlak.
3. Druk opnieuw kort op de inschakel-/meetknop (5), om een
afstandsmeting uit te voeren. => De gemeten waarde wordt
direct op het display weergegeven.
Meetwaarden optellen / aftrekken
1. Voer een individuele afstandsmeting uit.
2. Druk op de plus-toets (11), om de volgende meetwaarde op
te tellen bij de vorige meetwaarde.
Druk op de min-toets (6), om de volgende meetwaarde af te
trekken van de vorige meetwaarde.
3. Druk op de inschakel-/meetknop (5), om de volgende meet-
waarde te bepalen.
=> Het totaalresultaat wordt weergegeven in de onderste
meetwaardeweergave. De individuele meetwaarden worden
in de bovenste meetwaardeweergave weergegeven.
Oppervlaktemeting uitvoeren
1. Druk
een
oppervlakte-/ruimtevolumetoets (10).
– Het symbool
voor de oppervlaktemeting verschijnt op
het display.
2. Druk kort op de inschakel-/meettoets (5), om de eerste
meting (bijv. de lengte) uit te voeren.
3. Druk opnieuw kort op de inschakel-/meettoets (5), om de
tweede meting (bijv. de breedte) uit te voeren.
=> Het apparaat berekent na de tweede keer drukken op de
inschakel-/meettoets (5) automatisch het oppervlak en toont
deze op de onderste meetwaardeweergave. De laatst gemeten
waarde wordt in één van de bovenste meetwaardeweergaven op
het display weergegeven.
keer
kort
op
de
6