Opzoeken van storingen
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
Alvorens uw verkoper of service center te raadplegen, de volgende punten nakijken om er zich van te overtuigen dat alle
verbindingen juist gemaakt zijn.
1. Nazien of alle toestellen met de projector verbonden zijn zoals aangegeven in "DE PROJECTOR AANSLUITEN"
op blz. 17-19.
2. Alle aansluitingen en kabels nakijken. Kijk na of alle kabels van de computer en de netsnoeren juist zijn verbonden.
3. Nazien of alle toestellen aanstaan.
4. Indien de projector noch steeds geen beeld geeft, de computer terug opstarten.
5. Indien er steeds geen beeld komt, de computer nakijken met zijn eigen monitor. Er kan een probleem zijn met de grafische kaart
en niet met de projector. (Wanneer u de projector terug aansluit, eerst de monitor en de computer uitzetten vooraleer u de
projector aanzet. De toestellen in deze volgorde aanzetten : projector, monitor en dan computer.)
6. In geval het probleem blijft, de volgende tabel raadplegen.
Probleem
Geen voeding
Beeld is niet scherp
Beeld is L/R gewisseld
Beeld is T/B gewisseld
Sommige displays verschijnen
niet tijdens het gebruik.
Geen beeld
Geen klank
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
Het volgende uitproberen
• Het netsnoer in het stopcontact steken.
• Nakijken of de POWER indicator rood aangaat.
• Minstens 90 seconden wachten tussen het UIT en terug AAN zetten van de projector. De
projector kan pas aangezet worden wanneer de POWER indicator rood aangaat.
• Controleer de WARNING indicator. Indien deze rood gaat knipperen kan de projector niet
aangezet worden. (Zie "WARNING indicator" op blz. 52.)
• Controleer de projectie LAMP. (blz. 55)
• Zie de blokkering van de toetsen na in het menu INSTELLINGEN. (blz. 49)
• De FOCUS regelen. (blz. 22) Meten of het scherm minstens 1,3 meter van de projector
verwijderd is. (blz. 13)
• Controleer dat de lens proper is. (blz. 54)
• Verplaatsen van de projector van een koude naar warme omgeving kan inwendige
condensatie tot gevolg hebben. In zulk geval de projector UIT laten en wachten totdat alle
condensatie verdwenen is.
• Controleer de ACHTER/PLAFOND functie. (Zie INSTELLINGEN op blz. 46)
• Controleer de PLAFOND functie. (Zie INSTELLINGEN op blz. 46)
• Controleer de DISPLAY functie. (Zie INSTELLINGEN op blz. 43)
• Verbindingen tussen projector en computer of video nazien.
• Nazien of het gekozen systeem overeenkomt met de computer of het videoformaat.
• Nazien of de computer een juist beeld stuurt. Op sommige computers moet men de
regeling van de monitor veranderen wanneer er een uitwendige monitor aangesloten is.
• De "Geen beeld functie" nazien.
• Na aanzetten van de projector, 30 seconden wachttijd.
• Nazien of de omgevingstemperatuur niet buiten de grenzen valt. (5°C - 35°C)
• De klankkabels nazien. (blz. 15-17)
• De Klankbron instellen.
• De volumeregeling nazien. (blz. 23)
• Druk de VOLUME (+) toets.
• Druk de MUTE toets. (blz. 23)
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
APPENDIX
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
○
57