Als de druk buiten de grenswaarden valt, moet de oorzaak hiervan vastgesteld worden. Na het
wegnemen van het probleem, opnieuw de druk meten.
vermogen
E =
energetische waarde
Controle van het vermogen
Normaal gezien is het voldoende om na te gaan of de geïnstalleerde sproeiers overeenkomen met de
aanbevelingen en of de brander zonder problemen functioneert. Indien het echter noodzakelijk is
om het afgenomen vermogen vast te stellen kan hiervoor de "volumetrische methode" worden
gebruikt. Met een chronometer en een teller is het mogelijk om de hoeveelheid gas die wordt
afgegeven aan het apparaat per tijdseenheid vast te stellen. De juiste vergelijkingshoeveelheid [E]
kan worden berekend in liters per uur (l/h) met de weergegeven formule, waarin het in de tabel met
brandereigenschappen weergegeven nominaal en minimaal vermogen wordt gedeeld door de laagste
calorische waarde die is voorzien voor de gassoort. Die waarde bevindt zich in de normtabel, deze
kunt u ook verkrijgen bij uw gasbedrijf.
De meting moet worden uitgevoerd als het apparaat in werking is.
Controle van de waakvlambrander
Controleer de vlam van de waakvlambrander, deze mag niet te laag of te hoog zijn, maar moet het
thermo-element omhullen en scherpe randen hebben. Als dit niet het geval is moet u het nummer
van de sproeier vergelijken met de soort waakvlambrander; meer informatie hierover vindt u in de
volgende paragrafen.
Controle van de primaire luchtregeling
Alle hoofdbranders zijn uitgerust met een primaire luchtregeling. De controle wordt uitgevoerd aan
de hand van de waarden uit de kolom luchtregeling uit de tabel met brandereigenschappen (blz. 7).
Om de regulering uit te voeren, volgt u de aanwijzingen uit de volgende paragrafen.
ATTENTIE! Alle elementen die door de producent zijn afgeschermd en verzegeld, mogen
alleen door de installateur worden geregeld wanneer dit expliciet staat vermeld.
GASVOORZIENING MET EEN GASSOORT DIE AFWIJKT VAN
DE FABRIEKSINSTELLING
Werking in het geval van een afwijkende gassoort.
Om het apparaat om te bouwen naar een andere gassoort is het noodzakelijk om de sproeiers van de
hoofdbrander en de waakvlambrander te vervangen met inachtneming van de aanwijzingen die
hieronder vermeld staan. In tabel 2 (blz. 7) staat aangegeven welke sproeiers moeten worden
gemonteerd. De sproeiers van de hoofdbranders die staan weergegeven met een doorsnede in
honderdste millimeters en de bijpassende waakvlambranders, aangeduid met een nummer, bevinden
zich in de doorzichtige zakjes die met de handleiding zijn meegeleverd.
Pagina 13/17