Onderhoud
CONTROLE/ONDERHOUD
Voor het uitvoeren van de volgende
onderhoudswerkzaamheden moet het
toestel eerst afgetapt worden.
Schoonmaken van de
warmtewisselaar
Let erop als de warmtewisselaar wordt
uitgebouwd dat de verwarmings-
schacht niet verbogen wordt.
•
Bij geringe vervuiling is het vol-
doende de lamellen van de warmte-
wisselaar met een harde waterstraal
door te spoelen.
•
Bij zware vervuiling kan ook een
zachte, in de handel verkrijgbare
borstel gebruikt worden voor het
schoonmaken van de lamellen. Het
lamellenblok het liefst van boven
naar beneden in een bak met heet
water schoonmaken.
Druk niet te hard met de borstel.
De lamellen mogen in geen geval
verbogen worden!
•
Spoel daarna de warmtewisselaar
onder stromend water af.
•
Bij vervuiling met olieachtige of
vethoudende bestanddelen moet de
warmtewisselaar met een vetoplos-
send handafwasmiddel in een heet
waterbad schoongemaakt worden.
Gebruik in geen geval staalborstels of
andere harde borstels voor het schoon-
maken van de warmtewisselaar.
Bij het schoonmaken kan een deel
van de beschermlaag losraken.
Het functioneren van het toestel wordt
daardoor echter niet negatief beïn-
vloed.
Let er bij de uitbouw en inbouw van de
warmtewisselaar op dat verwarming-
schacht en aansluitleidingen niet verbo-
gen worden en dat de branderkamers
recht onder de verwarmingsschacht lig-
gen.
29