I) Voorbereidingen voor vertrek:
1. Krijg de nodige informatie en informeer andere passagiers:
A) Krijg informatie over lokale wetten, reguleringen en gevaren die aan
wateractiviteiten en bootbesturing zijn verwant.
B) Controleer de weersvoorspelling, lokale stromingen, getijden en
windcondities.
C) Laat iemand aan land weten wanneer u van plan bent terug te zijn.
D) Leg aan alle passagiers de basis-bootbediening uit.
E) Zorg dat in geval van nood minstens één van uw passagiers de boot
kan besturen.
F) Leer hoe de afstand die u kunt dekken, te bepalen en onthou dat
slechte weersomstandigheden dit kunnen veranderen.
2. Controleer de gebruiksconditie van de boot en apparatuur:
A) Controleer de opblaasbare druk.
B) Controleer alle veiligheidskleppen.
C) Controleer of de lading evenredig op het dek van de boot is verdeeld:
van voor naar achteren en van zijkant naar zijkant.
D) Voor deze boot zijn alleen motoren aanbevolen met een kracht zoals
in de tabel wordt aangegeven. (Controleer het aanbevolen maximum
motorvermogen op pagina 7)
3. Controleer of de vereiste veiligheidsapparatuur aan boord is (controleer
de wetten en reguleringen van het land of locatie waar u gaat varen):
A) Voor elk persoon één persoonlijk drijfvest.
B) De luchtpomp, peddels, reparatiekit en gereedschapskit.
C) De verplichte apparatuur.
D) De bootpapieren en uw vaarbewijs (indien van toepassing).
E) Lichten zijn vereist als u na het donker wilt varen.
Bedieningsinstructies
12