6
REINIGEN & HYGIENE PROCEDURES
Materialen: Papieren handdoeken, borstel en schoonmaakmiddelen.
E.
12
SCHAKEL HET APPARAAT UIT VOORDAT U BEGINT MET HET REINIGEN.
WAS UW HANDEN MET WATER EN ZEEP VOORDAT U BEGINT MET
HET REINIGEN EN VULLEN VAN DIT APPARAAT.
GEBRUIK SCHOON EN VERS WATER VOOR HET REINIGEN EN VULLEN.
WEKELIJKS
Handmatige schoonmaakhandeling.
Watertank (optioneel)
1.
Open de deur.
2.
Open de deksel.
3.
Neem de watertank uit
het apparaat.
4.
Reinig deze onderdelen
volgens schema.
Zie tabel op pagina 15.
5.
Reinig de watertank voordat
u deze terugplaatst.