Gebruiksaanwijzing
MC 785T-DF ALFANET
6.
Voeler calibratie
Met de parameters P14 (Sensor-1), P15 (Sensor-2), P16 (Sensor-3) en P17 (Ontdooi Sensor-4)
kunnen de voelers worden gecalibreerd. Wijst een voeler bijvoorbeeld 0,2C te veel aan, dan moet de
bijbehorende offset-parameter op -0,2C worden ingesteld.
7.
Alarmeringen
Het alarm relais is in rust opgetrokken en valt bij een alarm af. Hierdoor wordt ook alarm gegeven als
de voedingsspanning wegvalt. Tijdens alarm knippert de alarm LED op het front. Afhankelijk van de
Interne Parameters zal de regeling stoppen of doorgaan.
Een alarm kan veroorzaakt worden door:
- Geen regelvoeler aanwezig (F1)
- Voeler defect (E1, E2, E3 of E4).
- De alarm voeler geeft een minimum of maximum alarm (LO of HI).
- Extern alarm (EC)
Door op de SET DAY toets te drukken wordt het alarm relais gereset. De foutmelding blijft gedurende
de fout in het display staan. Ook zal de alarm LED blijven knipperen.
Temperatuur alarm:
Geen regelvoeler:
Voeler storing:
Extern alarm
Document nr. : 030219
Klant : Algemeen
LO = Minimum alarm
HI = Maximum alarm
F1 = Geen regelvoeler aanwezig
E1 = Voeler 1 defect
E2 = Voeler 2 defect
E3 = Voeler 3 defect
E4 = Voeler 4 defect (ontdooivoeler)
EC = Extern alarm contact
Versie : V1.1
Pagina : 12 van 16