Gebruiksaanwijzing
MC 785T-DF ALFANET
Werking van de ontdooiing.
Er zijn drie verschillende methoden voor de ontdooiing.
1.
Geen ontdooiing.
2.
Natuurlijke ontdooiing.
Voordat de ontdooiing start, wordt eerst gekeken of de ontdooi-voeler een temperatuur heeft
welke lager is dan de ontdooi-vrijgave temperatuur (P 54). Is dit niet het geval, dan wordt de
ontdooiing overgeslagen.
Als er ontdooid wordt, wordt de koeling uitgeschakeld en het ontdooi-relais (RY5) geactiveerd.
De ventilator draait continu tijdens de ontdooiing. Het ontdooien wordt beëindigd als de ontdooi-
beëindigings-temperatuur is bereikt (P 53), met een bewaking op de maximale ontdooi-tijd (P
52).
3.
Elektrisch/heetgas ontdooiing.
Voordat de ontdooiing start, wordt eerst gekeken of de ontdooi-voeler een temperatuur heeft
welke lager is dan de ontdooi-vrijgave temperatuur (P 54). Is dit niet het geval, dan wordt de
ontdooiing overgeslagen.
Als er ontdooid wordt, wordt de koeling uitgeschakeld, stopt ventilator en wordt het ontdooi-relais
(RY5) geactiveerd. Het ontdooien wordt beëindigd als de ontdooi-beëindigings-temperatuur
bereikt is (P 53), met een bewaking op de maximale ontdooi-tijd (P 52).
Na het ontdooien start de ventilator pas week als de ontdooi-voeler een temperatuur heeft
bereikt welke lager is dan de ventilator-vrijgave-temperatuur (P 41).
Opmerking werking met twee ontdooivoelers.
Indien twee ontdooivoelers actief gemaakt zijn, zal voordat de ontdooiing start eerst worden
gekeken of één van de beide ontdooivoelers een temperatuur heeft welke lager is dan de
ontdooi-vrijgave temperatuur (P 54). Is dit niet het geval, dan wordt de ontdooiing overgeslagen.
En de ontdooiing stopt als beide voelers de ontdooi-beëindigings-temperatuur bereikt is (P 53),
met een bewaking op de maximale ontdooi-tijd (P 52).
Document nr. : 030219
Klant : Algemeen
Versie : V1.1
Pagina : 11 van 16