4. BASISFUNCTIES
Werkingsmodus
AUTO
COOL
DRY
HEAT
FAN
4.1. Swing positie ( Aanpassing van de luchtstroom orientatie)
▪
modi COOL/DRY/AUTO:
Omhoog-omlaag zwaaien
•
Druk op de SWING knop
modi COOL/DRY/AUTO:
HEAT modus:
HEAT modus:
Oorspronkelijke instelling
•
Druk nogmaals op de knop SWING om de op de afstandsbediening weergegeven zijn Swing-
positie te selecteren.
4.2. QUIET functie
Oorspronkelijke instelling
De QUIET functie is compatibel met de modi HEAT en COOL.
Gebruik de QUIET functie om het geluid van het toestel te verminderen.
Ventilatorsnelheid staat op Laag.
Als het apparaat gedurende langere tijd met de Rustfunctie wordt gebruikt,
kan de ingestelde temperatuur niet worden bereikt.
Om de QUIET functie te activeren, druk op de QUIET knop
op de afstandsbediening.
Druk op de QUIET knop
6
Afstands-
bediening
In de AUTO-stand kiest het toestel automatisch de werkingsmodus
en de ventilatorsnelheid op basis van de kamertemperatuur.
-
Gebruik de modus DRY om uw kamer geleidelijk te koelen en
tegelijkertijd te ontvochtigen. In de DRY modus, wanneer de
kamertemperatuur 2°C lager is dan de ingestelde temperatuur,
werkt het apparaat met tussenpozen op lage ventilatorsnelheid,
ondanks de huidige instelling van de ventilatorsnelheid.
-
In de VENTILATOR modus zijn de modi HEAT en COOL
niet actief. AUTO is niet beschikbaar in de modus FAN.
De temperatuur kan niet worden ingesteld Ventilatorstand en
slaapfunctie zijn niet compatibel. Toegang tot deze functie door
EXTRA FUNCTION knop.
. De cyclusvolgorde is als volgt:
om de functie weer uit te schakelen.
Opmerking
modi COOL/DRY/AUTO:
modi COOL/DRY/AUTO:
HEAT modus:
HEAT modus:
Oorspronkelijke instelling
Oorspronkelijke instelling
. Het icoon
wordt weergegeven