Flowmeter Proline Promass P
Thermische isolatie
Bij bepaalde vloeistoffen, is het van belang om de door de sensor naar de transmitter
uitgestraalde warmte tot een minimum te beperken. Een groot aantal verschillende
materialen kan voor de gewenste isolatie worden gebruikt.
De volgende instrumentuitvoeringen worden aanbevolen voor toepassing met thermische
isolatie:
• Uitvoering met halsverlenging voor isolatie (Promass 100, 300, 500):
Bestelcode voor "Sensor optie", optie CG met halsverlenging van 105 mm (4,13 in).
• Uitgebreide temperatuuruitvoering (Promass 100, 300, 500, ):
Bestelcode voor "Meetbuismateriaal", optie TD of TG met een halsverlenging van
105 mm (4,13 in).
LET OP
Oververhitting van de elektronica door de thermische isolatie!
‣
Aanbevolen inbouwpositie: horizontale inbouwpositie, transmitterbehuizing (Promass
100, 200, 300) of sensoraansluitbehuizing (Promass 500) naar beneden gericht.
‣
Isoleer de transmitterbehuizing of aansluitbehuizing van de sensor niet.
‣
Maximaal toegestane temperatuur aan het onderste uiteinde van de transmitterbehuizing
of aansluitbehuizing van de sensor: 80 °C (176 °F)
‣
Thermische isolatie met halsverlenging vrij: wij adviseren de halsverlenging niet te isoleren
om de optimale warmte-afvoer te waarborgen.
4
Thermische isolatie met halsverlenging vrij
Verwarming
LET OP
De elektronica kan oververhit raken door verhoogde omgevingstemperatuur!
‣
Houd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur voor de transmitter aan.
‣
Let op de voorschriften voor wat betreft de inbouwpositie van het instrument afhankelijk
van de mediumtemperatuur .
Endress+Hauser
Montage
A0034391
17