3.2 Voorbereiding
Om de eventuele vochtigheid te
verwijderen die wordt opgehoopt tijdens
de bewerkingen in de fabriek, voor een
correcte functionering van de elektronische
circuits en van de bedieningen:
1. Verwijder de beschermfolie van de
externe oppervlakken van het apparaat
en van de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens).
3.3 Het gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Het gebruik van de
inductieplaat gebeurt door middel van
sensortoetsen Touch-Control. Raak het
symbool op het oppervlak van
glaskeramiek lichtjes aan. Elke aanraking
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Eerste inschakeling
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Om de kookplaat in te schakelen, drukt u
op toets
; er klinkt een pieptoon ter
bevestiging van het inschakelen. De
displays van de kookzone geven
weer.
134
Gebruik
Lijst van de symbolen
On/Off-toets: voor de in- of
uitschakeling van de kookplaat.
Pauzetoets: onderbreekt de werking
van het apparaat.
Toets waarde hoger.
Toets waarde lager.
Pictogram warming-functie.
Display bereidingszones
Geeft het gekozen vermogensniveau voor
elke zone aan.
Display timer
Geeft de cijfers van de kookwekker en de
timer voor bereiding met tijdinstelling weer.
Minimum diameter van de pan
Zorg ervoor dat de pannen een minimale
diameter hebben die gelijk is aan die in de
volgende tabel.
Zone
1 - 2
3 - 4
5
Toets activering timer.
Ø
Ø aanbevolen
minimaal (cm)
9 - 11
7 - 9
11 - 13
(cm)
21
16
25