Veiligheidsmaatregelen
2-8. Controles van elektrische
apparaten
• Bij reparatie en onderhoud aan
elektrische onderdelen moeten
veiligheidscontroles en procedures
voor inspectie van onderdelen
worden uitgevoerd.
• De eerste veiligheidscontroles
houden onder andere in dat:
-De condensatoren ontladen zijn;
dit moet op een zodanig veilige
manier gebeuren dat er geen
vonken ontstaan.
-Er geen elektrische onderdelen
en bedrading zijn die onder
spanning staan tijdens het vullen,
terugwinnen of doorspoelen van
het systeem.
-Er doorlopend verbinding met de
aarde is.
• De onderhoudsrichtlijnen van de
fabrikant moeten te allen tijde
worden opgevolgd.
• Bij twijfel kunt u contact opnemen
met de technische dienst van de
fabrikant voor hulp.
• Als er een storing is die de
veiligheid in gevaar brengt, mag er
geen elektrische voeding worden
aangesloten op het circuit, totdat de
storing voldoende is verholpen.
• Als de storing niet onmiddellijk kan
worden verholpen maar het nodig is
dat de apparatuur blijft werken, moet
er een afdoende tijdelijke oplossing
worden gebruikt.
• De eigenaar van de apparatuur moet
worden ingelicht, zodat alle partijen
hierover zijn geïnformeerd.
12
3. Reparatie aan afgedichte
onderdelen
• Tijdens reparaties aan afgedichte
onderdelen moeten alle elektrische
voedingen worden losgekoppeld
van de apparatuur waaraan gewerkt
wordt, voordat afdekkingen e.d.
worden verwijderd.
• Als het absoluut noodzakelijk
is dat er tijdens het onderhoud
een elektrische voeding is naar
de apparatuur, dan moet er een
doorlopend werkende vorm van
lekdetectie worden aangebracht
op het meest kritische punt om
te waarschuwen voor mogelijk
gevaarlijke situaties.
• In het bijzonder moet er
aandacht worden besteed dat bij
werkzaamheden aan elektrische
onderdelen de behuizing niet
zodanig wordt gewijzigd dat
het beschermingsniveau wordt
aangetast. Dit houdt ook in
schade aan kabels, overmatig
aantal aansluitingen, niet originele
aansluitklemmen, schade aan
afdichtingen, onjuist aanbrengen van
doorvoeringen, enz.
• Zorg ervoor dat de apparatuur stevig
gemonteerd is.
• Zorg ervoor dat afdichtingen of
afdichtingsmateriaal niet zodanig is
verweerd dat ze niet langer geschikt
zijn om het binnendringen van
brandbare gassen te voorkomen.
• Vervangende onderdelen moeten
overeenkomen met de specifi caties
van de fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van
siliconenkit kan de effectiviteit van
sommige typen detectieapparatuur
voor lekkages negatief beïnvloeden.
Intrinsiek veilige onderdelen hoeven
niet te worden afgeschermd voordat
er aan gewerkt wordt.