Storingen
7.2 Storingen zonder displayweergave
Soort storing
Effect
De aanduiding is uitgegaan. De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is
voldaan.
De zonneboiler wordt niet
opgewarmd door de zonne-
energie.
De pomp draait niet, hoewel aan de inschakelvoorwaarden is voldaan.
De zonneboiler wordt niet
opgewarmd door de zonne-
energie.
De pomp draait niet, hoewel de kringloopanimatie op het display wordt weergegeven.
De zonneboiler wordt niet
opgewarmd door de zonne-
energie.
De kringloopanimatie op het display draait, de pomp „bromt.".
De zonneboiler wordt niet
opgewarmd door de zonne-
energie.
De temperatuurvoeler geeft een onjuiste waarde aan.
De pomp wordt te vroeg/te
laat ingeschakeld/uitgescha-
keld.
Tabel 6 Mogelijke storingen zonder displayweergave
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie- en bedieningsvoorschrift SC20 • uitgave 03/2009
Mogelijke oorzaken
Geen stroomtoevoer, zekering of
voedingskabel defect.
De pomp is door middel van de
„Handmatige werking" uitgescha-
keld.
De boilertemperatuur „T2" ligt in
de buurt van of boven de inge-
stelde maximale boilertempera-
tuur.
De collectortemperatuur „T1" ligt
in de buurt van of boven de inge-
stelde maximale collectortempera-
tuur.
De leiding naar de pomp is onder-
broken of niet aangesloten.
De pomp is defect.
De pomp zit vast als gevolg van
een mechanische blokkade.
De temperatuurvoeler is niet cor-
rect gemonteerd. Verkeerde tem-
peratuurvoeler gemonteerd.
Remedie
Controleer de zekering en vervang
deze indien nodig. De elektrische
installatie door een elektricien laten
controleren.
Met behulp van de functie „Handma-
tige werking" overschakelen op auto-
matisch.
Indien de temperatuur 3 K onder de
maximale boilertemperatuur daalt,
wordt de pomp ingeschakeld.
Indien de temperatuur 5 K onder de
maximale collectortemperatuur daalt,
wordt de pomp ingeschakeld.
De leiding controleren.
De pomp controleren, eventueel ver-
vangen.
De gleufschroef op de pompkop los-
draaien en de pompas met een
schroevendraaier losdraaien. Niet
tegen de pompas slaan!
De positie, montage en soort van de
voeler controleren, eventueel
warmte-isolatie aanbrengen.
7
Nefit B.V.
19